Uitstapje naar Mount Cook National Park

Tijdens de afdaling van Stag Saddle hadden we goed zicht op Mount Cook, met 3724 meter hoogte, de hoogste berg van Nieuw-Zeeland. Helaas komt de Te Araroa echter niet dichter in de buurt van Mount Cook dan het uitzicht vanaf de bergkam nabij Stag Saddle. Niet voor ons, aangezien wij lang geleden al hadden bedacht om vanuit Tekapo een uitstapje te maken naar Mount Cook. Dus zo gezegd, zo gedaan: op dinsdag hebben we de bus van Tekapo (met opstappunt het Holiday Park, lekker makkelijk) naar Mount Cook genomen. Na twee bussen, kwamen we om 9:30 uur in Mount Cook Village. Daar hebben we bij het informatiecentrum van D.O.C. geïnformeerd naar de Mueller Hut, maar die is, zoals verwacht, helemaal volgeboekt. We kunnen er eventueel wel kamperen. Iets dat we ook zeker gaan doen, maar aangezien er een stel naast ons stond die informeerde om morgen in de Ball Shelter te slapen, dachten wij gelijk: oh, maar kunnen wij daar vannacht dan niet heen (deze hut stond ook al op onze to-do). En dat kon. We hebben al onze gegevens achter gelaten en zijn toen maar gaan lopen. De eerste pakweg tien kilometer liep over een asfaltweg, we hadden gehoopt een lift te kunnen krijgen, alleen stopte er geen één auto. Uiteindelijk hebben we dus het hele eind gelopen. In de Blue Lake Shelter (die bij de parkeerplaats bij Blue Lake staat) hebben we geluncht, voordat we aan het pad naar Ball Shelter zijn begonnen. Het eerste stuk liep over een oud 4×4 pad met links bergen en rechts een grote berg stenen (weggeduwd door de Tasman Gletsjer). Bij ieder stukje klimmen denk je een uitzicht op de gletsjer te krijgen, maar uiteindelijk duurde het meer dan een uur voordat we de gletsjer in zicht kregen. En wat we zagen was een enorme grijze massa. Maar als je goed keek, zag je dat die grijze massa eigenlijk één grote ijsvlakte was. Een hele vuile ijsvlakte, met veel grind en zand. De route volgde de gletsjer een tijdje, maar door een aantal landverschuivingen, verdween de gletsjer weer uit het zicht. Of we zagen ‘m niet meer omdat we ons moesten concentreren op het pad, althans, wat er van over was. De laatste paar honderd meter was behoorlijk sketchy met af en toe wat geklauter, maar toen ineens kregen we Ball Shelter in het vizier. Een hele leuke, mooie en kleine hut (voor 3 personen) waarbij vooral het uitzicht fantastisch is. Niet dat we ook maar iets zien van Mount Cook, die ligt net achter een berg, maar genoeg andere hoge bergen om te zien. En vooral het constante geluid van de gletsjer (die 1 meter per dag beweegt) is indrukwekkend. Alleen het constante gebrom van helikopters werd in de loop van de dag wel wat irritant: ze vliegen hier werkelijk af en aan. Terwijl we zaten te eten, werden we opeens vergezeld door een hele groep kea’s. Nee, geen auto’s, maar vogels: berg papegaaien. Die eten en slopen werkelijk alles en zo te horen hadden ze het op het dak van de hut gemunt. En net nadat we gegeten hadden, begon de radio in de hut opeens geluid uit te braken: één voor één werden alle hutten opgeroepen. En aangezien Jasper door D.O.C. was aangewezen voor de radio check, stond Jasper niet veel later met een D.O.C. ranger een paar kilometer verderop te praten: dat iedereen veilig was aangekomen. Hebben we dat ook een keer gedaan/meegemaakt. Daarna hebben we vooral wat zitten lezen om de avond door te komen: we wilden namelijk kijken of er een mooie sterrenhemel zou zijn. En of die er kwam! Jasper heeft zich weer kunnen uitleven met het fototoestel en Marjon zat er naast te genieten van al die fonkelende sterren aan de hemel. Tot aan de melkweg waren de sterren te zien. Erg indrukwekkend.

Mueller Hut

De wekker liep om 6 uur af, zodat we voldoende tijd hadden om voor de lunch in Mount Cook Village te zijn. Iets voor 7 uur liepen we vervolgens weg. De route liep via hetzelfde pad als dat we waren gekomen. Dus gelijk kregen we een lekker pittig stuk voor de kiezen. Maar daar zijn we goed doorheen gekomen. Vervolgens konden we wat meer snelheid maken en na 2,5 uur stonden we weer op het parkeerterrein nabij de Blue Lakes. Omdat het nog vrij vroeg was, hadden we bedacht om nog even een kijkje te nemen bij de Blue Lakes. Hadden we beter niet kunnen doen. Er was niets blauws aan en niet eens echt bijzonder om te zien: gewoon een donkergroen/-grijs meertje. Maar we hebben ze gezien.

We hadden niet echt de behoefte om de asfaltweg naar Mount Cook Village nog een keer te lopen, dus we hoopten heel erg dat we nu wel een lift konden scoren. En dat lukte: de eerste mensen die Marjon aansprak (in dit soort situaties altijd de vrouw het woord laten doen, dat helpt echt is onze ervaring) wilden ons wel een lift geven. En hoewel ze niet naar Mount Cook Village hoefden, hebben ze ons zelfs voor de deur van het D.O.C. Visitor Center afgezet. Toen stonden we daar dus opeens al om 10:10 uur. Wat een service en wat een luxe! Bij het D.O.C. Visitor Center hebben we ons afgemeld: zodat ze weten dat we weer veilig terug zijn en ze niet naar ons hoeven te gaan zoeken. Vervolgens hebben we een kampeerplek bij de Mueller Hut geregeld (de hut zelf is vaak al weken van tevoren volgeboekt, helaas nu ook, maar gelukkig is het goed weer om te kamperen bij de hut). Na op het terras bij het D.O.C. Visitor Center geluncht te hebben, zijn we naar de Mueller Hut gelopen. Slechts 5 kilometer, waar we ruim 3 uur over gedaan hebben. De eerste kilometer gaat over nagenoeg vlak terrein, maar daarna gaat de route bijna loodrecht omhoog: in iets minder dan 4 kilometer meer dan 1000 hoogtemeters. En dat op heetst van de dag (en het was een hete dag vandaag!). Maar het was de klim meer dan waard: wat een geweldige locatie en wat een uitzicht: rondom besneeuwde bergen met gletsjers waar je zo af en toe de sneeuw vanaf hoort donderen. We hebben een mooi plekje voor onze tent uitgezocht, door de hoge stenen muur goed beschut tegen de wind (die er niet is).

Wind

Voor donderdag was er slecht weer voorspeld. Het zou met name hard gaan waaien in de middag (met windsnelheden van 100+ kilometer per uur) met een kans op wat regen. Nou, de wind was blijkbaar vroeg: in de nacht van woensdag op donderdag werden we om 3:30 uur wakker doordat de tent door elkaar werd geschut. Gelukkig stond er een stenen muur rond de tent en had de wind alleen vat op het bovenste stukje tent. Maar alsnog schudde de tent behoorlijk heen en weer. Op de één of andere manier zijn we toch weer in slaap gevallen en pas om 6:30 uur weer wakker geworden. Tegen die tijd was de wind al zo krachtig dat de haringen van de deur bijna uit de grond werden getrokken en we bijna met tent en al naar beneden zeilden. Oké, dat is overdreven, maar bij wijze van spreken dan. Maar voor ons in ieder geval genoeg reden om snel in te pakken voordat de tent er wel vandoor zou gaan. In no-time hebben ontbeten, spullen gepakt en de tent opgeruimd. Toen snel naar de Mueller Hut gelopen om onze tanden te poetsen en toch ook stiekem te ontsnappen aan de wind. Naar aangezien we toch een keer naar beneden moeten, zijn we na het tandenpoetsen gelijk maar gaan lopen. Goed ingepakt tegen de wind (en daardoor kou). De eerste paar meters hadden we de wind in de rug en bij vlagen (letterlijke vlagen in dit geval) was het flink lastig om de balans te houden. Niet alleen door de wind, maar ook omdat we met deze sterke wind een boulderveld over moesten zien te komen (wat opzich al lastig is). Toen we bij het zadel kwamen gierde de wind letterlijk om ons heen en hadden we echt moeite om op de been te blijven. Het maken van een selfie viel daardoor ook niet mee. We zijn daarom maar snel aan de afdaling begonnen, waar we gelukkig een klein beetje in de luwte van de wind liepen. De afdaling volgde dezelfde route als gisteren: dus vooral veel en steil dalen. Eerst veel losse stenen, daarna een boulderveld om daarna via heel veel traptreden terug naar de vallei te lopen. Wonderbaarlijk genoeg zagen we op dit vroege tijdstip al mensen omhoog lopen die er duidelijk niet voor gekleed waren. Waar beginnen ze aan…

Na twee uur en een kwartier stonden we weer beneden. Omdat onze bus naar Tekapo pas om 16:00 uur zou vertrekken hadden we nog genoeg tijd voor nog een uitstapje. We zijn daarom naar de Hooker Valley gelopen. Via een lang, ietwat saai pad (we zijn verwend, we weten het) en drie hangbruggen later, kwamen we uiteindelijk uit bij Hooker Lake. Vanwaar je normaal gesproken een goed zicht hebt op Mount Cook. Alleen was het vandaag dus geen goed weer: er hingen veel wolken waardoor de top van Mount Cool niet te zien was. Na de nodige foto’s gemaakt te hebben, zijn we met een flinke wind in de rug (die ons af en toe maar al te graag van het pad probeerde te blazen) terug gelopen naar Mount Cook Village. Helaas begon het wat te regenen op onze weg terug. Eenmaal in Mount Cook Village hebben we bij de Old Mountaineers Bar & Cafe wat gegeten voordat onze bus naar Tekapo vertrok. Oh, en blijkbaar waaide het inderdaad hard: onderweg naar Tekapo kwamen we namelijk langs een camper die op zijn kant lag, was net gebeurd… Gelukkig geen gewonden, maar blijkbaar waren wij niet de enige die moeite hadden om op onze pootjes te blijven staan.

Gepubliceerd op donderdag 15 februari 2018.

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *