Na een koude nacht, zijn we donderdag weer om 7 uur weggelopen. Eerst 8 kilometer grindweg, niet een heel erg inspirerend begin dus. Daarna 4 kilometer graspad, waarbij we 2 -volgens de trail notes diepe- rivieren moesten oversteken. Nou deze rivieren stelden dus niets voor: enkeldiep is nou niet bepaald heel diep. Vervolgens mochten we nog een schamele 13 km asfalt wegtikken. Wederom erg inspirerend dus. Omstreeks 12:30 uur kwamen we in Pataua aan. Hoewel we er al zo’n 25 km op hadden zitten, wilden we er nog 5 km aan vastplakken. Bij dit laatste stuk werd het getij echter weer belangrijk. Daarom hebben we een hele lange verplichte pauze ingelast. Gelukkig was het daar prima weer voor.
Taiharuru Estuary
Om ongeveer 16:15 uur zijn we pas weer verder gelopen. Omdat we het asfalt lopen zo leuk vonden, eerst nog 2 kilometer asfalt om in Pataua uit te komen, om daarna de Taiharuru Estuary in te gaan: een gebied waar je alleen met laagtij kunt lopen (is dus een soort wadlopen). Via een hoop modder (waar Jasper zijn hiel flink heeft gesneden aan een oester, yep het gaat lekker!), wat dieper water (kniediep) en heel wat mangroves zijn we uiteindelijk naar Tidesong B&B gelopen. Daar kwamen we ongeveer 17:30 uur aan. We werden heel hartelijk ontvangen door de man des huizes, die gelijk thee voor ons ging zetten en ons net gebakken bananencake voorschotelde. Wat een genot om je dag mee af te sluiten!
Bream Head
Na een heerlijk ontbijt met een verse fruitsalade, cornflakes, muesli, toast, worstjes, ham en ei, zijn we om 7:30 uur toch maar een keer aan onze wandeling begonnen. Samen met Ros van B&B Tidesong zijn we naar de rivier gelopen. Zij heeft ons de beste plek gewezen om de rivier over te steken. Ook kregen we nog een emmer en een handdoek mee om onze voeten aan de overkant schoon te maken. Wat een geweldige mensen!
Toen alle voeten weer schoon waren, zijn we aan de beklimming van Kauri Mountain begonnen: voornamelijk via een grind- en asfaltweg. Alleen het laatste stuk was door de bush. Maar dat maakt niet uit, het uitzicht werd er namelijk niet minder door. Eenmaal boven, moesten we ook weer naar beneden. Een grindpad bracht ons uiteindelijk naar het strand. Een strand dat we 9 kilometer lang moesten volgen. Helemaal aan het begin van het strand moesten we -volgens de trail notes- een erg diepe en snelstromende rivier oversteken. Nou, we konden er letterlijk overheen stappen. Zo groot was de rivier. Maar oké, wij waren er met laagtij. Met hoogtij zal het best een grote rivier met diepe stukken zijn.
Op het eind van het strand moesten we nog over wat rotsen klimmen (het tij kwam inzetten). Uiteindelijk waren we om ongeveer 11 uur bij het begin van Bream Head Track. Waar we om 11:30 uur aan zijn begonnen. Een heel steil pad bracht ons in ongeveer 2,5 kilometer naar een hoogte van ongeveer 450 meter. En dan te bedenken dat er ook nog vlakke stukken tussen zaten, echt steil dus. Eenmaal boven heb je een geweldig uitzicht, op de route die we gelopen hebben en op wat nog komen gaat. Maar als je denkt dat dit het was: na een lange en erg steile afdaling, volgde wederom een steile klim naar een tweede top. Wederom met mooie uitzichten. Na op die top uitgebreid geluncht te hebben, zijn we via allemaal trappen naar beneden gelopen om via de kustlijn naar Whangarei Heads te lopen. Eerst even een ijsje gegeten bij de lokale Tip Top om daarna een camping op te zoeken 1,5 kilometer terug op de route. Deze man was ‘so excited’ door ons bezoek aan zijn camping in aanbouw, fijn dat we ook zijn dag weer goed hebben kunnen maken.
Marsden Point
Opnieuw was de weersverwachting niet al te rooskleurig: de tweede tropische storm van het jaar was in aantocht en had het precies voorzien op Whangarei. Voor zaterdag werd dan ook veel regen en vooral ook veel wind voorspeld. Gedurende de nacht van vrijdag op zaterdag trokken er al wat voorlopers van de storm over, die veel regen en harde windvlagen met zich mee bracht. Omdat we besloten hadden het weer maar even af te wachten, liep de wekker wat later af dan anders, en wat bleek: het was waarempel mooi weer! Boven de oceaan hing wel een pikzwarte lucht: blijkbaar was de tropische storm gedurende de nacht iets van koers gewijzigd en op zee gebleven. Vonden wij dus helemaal niet erg. Gelijk Peter maar even gebeld, hij kan -voor een kleine vergoeding- de overtocht tussen Reotahi en Marsden Point verzorgen. De avond ervoor zei hij nog dat de kans groot was dat hij door het weer vandaag niet zou varen, maar dat we dat vandaag nog maar even moesten checken. Zo gezegd, zo gedaan en wat bleek: hij wilde ons vandaag wel overvaren. Wij hebben toen gelijk onze spullen maar gepakt.
Na nog een praatje met Terry (de eigenaar van de camping) gemaakt te hebben zijn we rond 09:30 uur gaan lopen. Na veel stoepwandelen, kwamen we na iets meer dan een uur aan in Reotahi Bay, waar we opgepikt zouden worden door Peter. Er was echter geen Peter te bekennen, wat bleek: bij Marsden Point heb je naast een grote olieraffinaderij ook een grote houtoverslag. Nu gebeurt het weleens dat er een boom in het water terecht komt. Aangezien dat een gevaar voor de scheepvaart oplevert, is Peter de man die 24 uur per dag stand-by staat om bomen uit het water te vissen. Of we dus even een uurtje konden wachten. Gelukkig was het weer goed, dus dat was geen probleem.
Om ongeveer 11:40 uur kwam Peter uiteindelijk overvaren. Na nog een praatje gemaakt te hebben, stonden we om 12:05 uur op Marsden Point: het mooiste stukje van de Te Araroa so far! Omdat het hoogtij was, was er geen strand meer over voor ons om te lopen en dus zijn we via de weg naar Ruakaka gelopen. Je loopt dan echt tussen de industrie door: links een olieraffinaderij, rechts een houtoverslag. Erg mooi dus! In Ruakaka hebben we geluncht en bij de bakker nog wat lekkers gehaald om daarna door te lopen naar Waipu. Dit keer wel via het strand: er was inmiddels net genoeg ruimte om te lopen en dat werd langzaam steeds iets meer ruimte. De laatste kilometers liepen over een zand- en asfaltweg. Om ongeveer 17:00 uur hadden we een slaapplek voor de nacht, een huisje met z’n vijven. Nadat iedereen zich gedoucht had, zijn we met z’n vijven (Yvonne, Nadja, Boris en wij) uit eten geweest bij de -volgens locals- wereldberoemde Pizza Barn, waar zo ongeveer de hele regio lijkt te gaan eten op zaterdagavond. En het moet gezegd: de toppings zijn misschien niet alledaags, maar het smaakte wel!
0 reacties