Voordat we Wellington achter ons konden laten, hadden we eerst nog een to-do lijstje af te werken. Het belangrijkste: ons eten opsturen. Verdeeld over vijf dozen, hebben we zo’n 58 kilo aan eten naar vier adressen op het Zuidereiland gestuurd. Bijna 180 dollar armer (alleen voor het opsturen!) liepen we na een uur het postkantoor weer uit. Volgende halte: de kapper. Jasper werd zijn haar zat, dus het werd tijd dat iemand daar de schaar in zou zetten. Terwijl Jasper bij de kapper zat, was Marjon maar vast begonnen met inpakken, dus toen Jasper terug kwam van de kapper, was het meeste opgeruimd en kon het zo de tassen ingeschoven worden. Vervolgens hebben we ergens een rekenfout gemaakt, aangezien we opeens een uur te vroeg op de gratis shuttle naar de veerboot zaten te wachten. Gelukkig waren er meer die dachten dat de shuttle eerder zou vertrekken (zijn we soms allemaal verkeerd voorgelicht door de Isite?). Bijna een kwartier voor de vertrektijd, verliet de veerboot naar Picton de haven van Wellington al. Mooi op tijd. Op de boot hebben we een paar rondjes gelopen, wat eten gekocht voor de lunch, om daarna vooral van het uitzicht te genieten. Met name de entree naar de Marlborough Sounds was geweldig!
Eenmaal in Picton zijn we naar het Holiday Park gelopen. Na tien minuten lopen kregen we daar nul op het rekest. Ze waren vol, zeiden ze. Terwijl wij toch echt meerdere grote grasvelden zagen waar voldoende ruimte was om verschillende tentjes op te zetten. Op de stoep van het Holiday Park hebben we vervolgens met een aantal andere Te Araroa lopers nagenoeg iedere accommodatie in Picton gebeld, maar alles zat vol. De dichtstbijzijnde accommodatie was 30 minuten rijden, wat voor een loper neerkomt op een halve dag lopen. Niet echt een optie dus. Terwijl wij onze opties aan het afwegen waren, viel ons oog op een braakliggend terrein tegenover het Holdiday Park waar een camper op stond. Maar helaas, ook daar waren we niet welkom. Samen met twee andere lopers zijn we toen maar terug gelopen naar het centrum van Picton. Toen we daar net zaten, kwam er een medewerker van Beachcomber Cruises aan die nog wat uit één van de boten moest halen. Jasper heeft hem gelijk maar even gevraagd of hij nog slaapplekken wist. Nadat hij allerlei opties had opgenoemd, waarop Jasper telkens kon zeggen dat die vol was, zei hij dat we dan maar op de boot moesten slapen. Zo gezegd, zo gedaan en hebben wij dus de nacht doorgebracht op het achterdek van een kleine cruise boot. Voor sommigen klinkt dit vrij Spartaans, maar aangezien we een dak boven ons hoofd hadden, hoorde je ons niet klagen.
Ship Cove
De volgende ochtend waren we al vroeg wakker. Dat moest ook wel, aangezien de schoonmakers al bijtijds zouden arriveren om de boot schoon te maken. Dus voor 6 uur waren wij al van de boot af. Terwijl we pas om 8 uur de boot naar Ship Cove zouden hebben. Na rustig ontbeten te hebben, een koffie gehaald te hebben bij een hotel/restaurant om de hoek, hebben we nog wat verhalen uitgewisseld met collega lopers. Dan gaat de tijd altijd weer snel en opeens was het alweer tijd om te vertrekken. Wij hadden een plaats op de voorste rij op het bovendek: goede uitzichten gegarandeerd dus. Onderweg maakte de boot nog een paar tussenstops om mensen af te zetten. Om ongeveer 9:20 uur kwamen we aan op onze bestemming: Ship Cove. De plek waar James Cook voet aan wal heeft gezet. En nu wij dus ook. Weliswaar samen met een heel stel andere lopers/toeristen. Na het monument bij Ship Cove bekeken te hebben en de tassen weer loopklaar gemaakt te hebben, zijn we vertrokken.
Hoewel het pad redelijk goed was, begon het gelijk met een lekkere klim. Onder normale omstandigheden niet een heel ingewikkelde klim, maar omdat het vandaag zo ontzettend vies benauwd was en je al begon te zweten voordat je ook maar één stap had gezet, werd het toch een behoorlijk pittige klim. Het zweet stroomde letterlijk van ons hoofd, er viel niet tegen op te drinken. Alleen een hele lange lunchpauze (van bijna anderhalf uur) bracht enige verlichting. Na de lunch was het meeste klimwerk achter de rug en liep het pad helemaal langs de baai omlaag naar Endeaver Inlet. Na alle luxe van de vele lodges langs de Endeaver Inlet weerstaan te hebben, zijn we gestopt bij Miners Camp. Hoewel we nog maar 15 kilometer achter de rug hadden, leken dat er -door de benauwdheid- veel meer te zijn. Het duurde dan ook even voordat het zweten stopte.
Storm
Al dagen werd er voor grote delen van Nieuw-Zeeland gewaarschuwd dat er een storm op komst was. De storm zou met name het Noordereiland treffen, maar ook Marlborough, de regio waar wij momenteel zitten, zou de dans niet ontspringen. Er werd namelijk veel regen verwacht, heel veel regen. Niet gek dus dat het overdag zo benauwd was. ’s Avonds begon het wat te spetteren en naar mate de avond/nacht vorderde ging het harder regenen. ’s Nachts is er een paar uur achter elkaar meer dan 20 mm regen gevallen. En dat is best veel. Zo veel zelfs, dat verschillende lopers problemen hadden om hun spullen droog te houden. Bij ons was alles langs de rand van de tent ook nat, maar gelukkig waren de meeste van onze spullen droog gebleven.
Omdat het ook nog regende toen de wekker ging hebben we ons nog maar een keer omgedraaid. Een uur later hebben we maar eens naar het weerbericht gekeken en zagen dat het rond 8 uur droog zou worden. Nog maar een uurtje slapen dus. Om 8 uur begon het inderdaad minder hard te regenen en zijn wij rustig aan maar eens begonnen met inpakken. Gelukkig werd het al snel helemaal droog en konden we rond 9 uur vertrekken. Kleine bergbeekjes waren door de enorme regen veranderd in wild kolkende riviertjes. Hoewel het de voorspelling was dat het de hele dacht licht zou blijven regenen, werd het nog een mooie ochtend. Weliswaar met veel laaghangende bewolking, maar dat gaf wel een mooi en dramatisch effect aan de omgeving. Alleen wel jammer dat we bij één van de hoogste punten (waar we speciaal naar toe zijn gelopen) ons letterlijk in de wolken bevonden en geen uitzicht hadden. Kort daarna begon het weer te druppelen. Wat al snel over ging in harde regen. Dat was vlak voor we de Bay of many coves campsite hadden bereikt. Hoewel we eigenlijk veel verder wilden lopen, hadden we allebei geen zin om in de regen te lopen en dus zijn we bij de Bay of many coves gebleven. Waar het -door de regen- waarempel nog druk werd.
Na regen komt zonneschijn
Zaterdag was het waarempel mooi weer toen we onze tent uit kwamen. Hoewel een aantal lopers hun spullen eerst wilde drogen, zijn wij met een nog steeds natte tent gaan lopen. De Queen Charlotte Track liep langs een aantal baaien en over een 400 meter hoge bergkam. Een aantal lekkere klimmetjes dus. Maar de uitzichten waren het meer dan waard: wat een geweldige omgeving. De Queen Charlotte Sound aan de ene kant en de Kenepure Sound aan de andere kant. Erg mooi. Omdat we de eerste twee dagen niet heel veel kilometers hadden gemaakt, wilden we vandaag weer wat meer lopen. Gelukkig was het weer daar vandaag wel naar. Hoewel… in de middag begon het toch weer wat te spetteren. Net nadat we Davies Bay Campsite hadden bereikt, begon het zelfs weer serieus te regen. Iets wat het de rest van de avond/nacht zou blijven doen. Gelukkig konden we in de shelter onze spullen nog een beetje drogen.
Weer asfalt onder de voeten
Vanaf Davies Bay was het nog maar 3 kilometer naar het einde van de Queen Charlotte Track. Drie hele makkelijke kilometers: licht glooiend, oftewel een ideaal wandelpad. Was alles maar zo. Maar helaas kwam er al snel een einde aan dit pad (voor de oplettende lezer: na 3 kilometer), toen het pad in Anakiwa overging op asfalt. Op een aantal plekker werd het asfalt afgewisseld met een stukje gravel van de Link Pathway (voet-/fietspad dat parallel aan de weg loopt).
Vanaf Anakiwa (waar we het 1800 kilometer punt zijn gepasseerd!) was het zo’n 12 kilometer asfalt/Link Pathway. Niet een heel boeiend stuk dus. Gelukkig liep de Link Pathway daarna nog over een berg naar de Cullen Ridge Lookout. Een 200 meter hoog punt van waar je een goed uitzicht had over onder andere de Pelorus Sound en Havelock, het plaatsje waar we naar toe op weg waren.
Eenmaal in Havelock hebben we onze tent op het lokale Holiday Park opgezet. Gelukkig waren al onze pakketjes aangekomen: 2 dozen met in totaal 11 dagen aan eten (voor de volgende sectie) en nieuwe sokken. Hoewel onze lichamen nog wel door kunnen, geven we ze toch maar een dag vrij om fit en fris aan de volgende 11 dagen te beginnen. Oftewel, morgen hebben we een rustdag in Havelock.
0 reacties