Te Araroa: Northland Forests (van Ahipara naar Puketi)

Op onze rustdag in Ahipara hebben we het lekker rustig aan gedaan. Eerst een beetje uitgeslapen om daarna nog wat boodschappen te doen. We zijn eerst naar de winkel in Ahipara gegaan: een winkel bij een benzinepomp waar ze wel veel hebben, maar gezien de prijzen vonden we het de moeite waard om even verder te kijken. Dus zijn we maar naar Kaitaia gelift, samen met 2 andere Nederlanders die toevallig al om de hoek van de winkel stonden te liften. Wij stonden nog geen minuut bij hun, toen er al een auto stopte waar we alle vier bij in konden. Deze Maori had een Nederlandse vriendin die in een winkel in Kaitaia werkte, dus hij daarheen, loopt met ons naar binnen, zegt dat wij ook Nederlanders zijn en loopt vervolgens weg. Awkward ten top. Dus na wat beleefdheden zijn we de winkel maar weer uitgegaan en zijn we naar de supermarkt gelopen. Daar hebben we genoeg nieuwe voorraad voor 5 dagen ingeslagen. Toen we klaar waren, hebben we met Menno een taxi terug gepakt. De rest van de dag hebben we doorgebracht bij de tent en de centrale ruimte van de camping (om alles op te laden) waar Jasper en Menno nog een potje tafeltennis hebben gespeeld. Net toen Marjon ’s avonds nog even wilde gaan douchen kwam Menno met een Nederlands sprekende Duitse vrouw (Nadja) aanlopen om te vragen of ze misschien samen met ons het bos door kon. Wat wij prima vonden.

Herekino Forest

Zaterdag was het dan eindelijk zo ver: Herekino Forest, ons eerste bos stond op het programma. Om 7 uur precies liepen we met z’n drieën de camping in Ahipara af. Vanuit het centrum van Ahipara hadden we ongeveer 7km te lopen naar het begin van het bos, en aangezien de camping buiten het centrum lag, kun je daar gerust een kilometer bij op tellen. Wat de trailnotes niet beschreven was dat een groot deel van deze 8 km omhoog liepen. Na 1.44 uur, kwamen we aan bij de entree van het bos. Terwijl we daar nog wat stonden uit te rusten kwam er een Nieuw-Zeelander aan die met 21 kg bagage liep, daar waren onze tassen dus helemaal niets bij. Uiteindelijk zijn we om 9.15 uur het bos in gedoken. Deze exacte tijden noemen we trouwens niet zomaar, dit kan handig zijn voor toekomstige lopers. We gebruiken zelf ook zulke tijden van voorgangers. Zo weten we een beetje wat we kunnen verwachten.

In het bos dook je direct een donkere tunnel in met veel modder, waarbij het pad sterk steeg. Op de meeste plekken kon je nog wel -met een beetje moeite- om de ergste modder heen lopen. Maar daarbij is concentratie wel vereist: toen Jasper weer eens wat foto’s had gemaakt en met een paar stappen weer bij Marjon probeerde te komen, zag hij 1 gladde boomstronk over het hoofd met als gevolg een mooie sliding in de modder. Behalve een kromme wandelstok gelukkig geen andere schade.

Hoewel het gewone pad op sommige plekken al lastig was, werd het nog lastiger bij de twee beekjes die we over moesten steken. Deze lagen namelijk in een dal waardoor je eerst een steile glibberige afdaling had om aan de andere kant weer net zo steil en glibberig te klimmen. Van het beklimmen van de ‘oever’ van de tweede beek besloot Marjon een mooi optreden te maken, ze besloot eerst face forward de modder in te duiken, daarna bleek ook opstaan niet zo makkelijk te gaan met al die gladde modder, dus ging ze ook nog eens achterover de modder in. Waar je bij Thermen 2000 grof geld voor betaalt, had Marjon dus helemaal gratis in slechts enkele seconden geregeld! Gelukkig kon ze er hard om lachen.

Al met al was het vele geglibber behoorlijk pittig, maar vonden wij het -na alle berichten over Herekino gehoord te hebben- nog best wel meevallen (oké, we realiseren ons dat we erg goed weer hadden: al een paar dagen nauwelijks regen, wat het pad waarschijnlijk wel iets makkelijker heeft gemaakt dan wanneer het net geregend heeft). Alleen de lengte viel ons toch nog wat tegen: pas om 18:00 uur kwamen we het bos weer uit, waar we dus een hele dag over 15 km hebben gedaan. Gelukkig stond er vlak na het einde van Herekino Forest een door een boer gebouwde hut waar we die nacht bleven om te slapen.

Zondag zijn we vanaf de Tramp’inn Lodge (klinkt luxer dan het was) naar het begin van Raetea Forest gelopen (het tweede bos dat op de planning stond). De weg naar Raetea verliep vooral over grindwegen en was, op het uitzicht na, niet heel spectaculair. Door het stijgen en dalen, duurde deze 14 km wel wat langer dan gedacht. Met name de laatste 2,5 km (Takahoe Saddle Road) waren, door de steilte best pittig. Maar we zijn ‘boven’ gekomen: precies om 12 uur stonden we bij de ingang van Raetea Forest. Na eerst wat geluncht te hebben, besloten we maar om daar ook de nacht door te brengen en pas morgen het bos in te duiken. Het was namelijk twijfelachtig of we voor het donker het bos uit zouden komen. Ook verwachtten we niet dat we in het bos een betere kampeerplek zouden vinden, die ook nog eens groot genoeg was voor twee tenten. Nadat we de tent later in de middag hadden opgezet, hadden we niet verwacht dat er op dat pad nog een auto zou moeten passeren, laat staan 5! Gelukkig konden ze net langs onze tent, we werden alleen wel wat vreemd aangekeken.

Raetea Forest

Maandag ging de wekker vroeg: het plan was namelijk om rond 6:30 uur te vertrekken. Uiteindelijk waren we zelfs vroeg klaar, waardoor we om 6:20 uur begonnen aan onze tocht door Raetea Forest. 15,5 km hadden we voor de boeg. Het begon gelijk goed: een lange en steile klim naar het hoogste punt van de dag: de 744 meter hoge Raetea Summit. Daarna volgden nog toppen van 727 meter, 638 meter en 445 meter hoogte. Tussendoor was het veel dalen en veel klimmen, over wortels en door modder. Gelukkig niet zo glibberig als in het Herekino Forest, maar nog steeds behoorlijk lastig. Een tweede groot verschil met Herekino was dat het pad vele malen slechter was te zien: overwoekerd en omgevallen bomen maakten het er niet makkelijker op. Een aantal keer hadden we echt de gps nodig om de juiste route te vinden. Uiteindelijk kwamen we om 16:00 uur het bos uit, en moesten we nog een lang stuk afdalen over een weiland. Doordat er een aantal markeringstekens ontbraken, was het vinden van de route nog knap lastig, maar het is gelukt. Uiteindelijk wachtte ons beneden nog een andere uitdaging: op het erf van de boerderij liep een stel honden (een stuk of 10 -wat we later hoorden- jachthonden) die nogal te keer gingen naar ons. Alle honden bleken echter vast te zitten aan een ketting waardoor wij enigszins veilig konden passeren. Door het wilde gedrag van de honden waren we wat bang dat de ketting zou breken, dit is niet gebeurd en wij hebben ook alle ledematen nog. Niet veel later kwamen we langs een boer die een hek aan het maken was, hij vertelde dat het veld achter het hek een camping moest worden. We konden onze schoenen schoonmaken en ons water bijvullen in het beekje wat over het land stroomde. Toen we daar zo stonden, vonden we het zo’n idyllisch plekje, dat we maar besloten om er te blijven voor de nacht.

Dinsdag was vooral weer een dag tussen twee bossen. Het begon met een uurtje asfalt wegtikken om bij een klein (heel klein) supermarktje te komen. Naast wat lunch-voer gekocht te hebben, heeft Jasper er genoten van een croissantje met ei en Marjon van een sandwich met kaas/tomaat en een koffie. Nadat we er veel te lang hebben gezeten, zijn we maar weer eens opgestapt en zijn we via verschillende grindwegen met een 5 kilometer lange klim naar de Apple Tree (of Apple Dam zoals die ook wel genoemd wordt) Campsite gelopen, waar we om ongeveer 12:30 uur aankwamen. Daar hebben we de rest van de middag heerlijk liggen luieren.

Omahuti en Puketi Forests

Woensdag begon weer lekker vroeg, we hadden namelijk weer een lange en zware dag voor de boeg. Daarom hadden we de wekker weer extra vroeg gezet zodat we om 6:30 uur konden weglopen. Het begin was erg makkelijk: via een grindweg, die over ging in een graspad naar de oever van de Mangapukahukahu (ja, spreek dat maar eens 3 keer achter elkaar uit) rivier. Doordat de rivier in een diepe vallei (soort kloof) ligt, kun je -in verband met de waterstand- de rivier alleen bij goed weer belopen, en gelukkig was het goed weer. We hebben de rivier 2,5 km gevolgd, niet zomaar, maar door van grindbank naar grindbank te lopen, waarbij we dus iedere keer de rivier moesten oversteken, waarbij het water soms tot boven de knieën kwam. Echt een heel mooi stuk was dat. Maar helaas komt aan al het moois een einde, zo ook aan deze rivier. Die ging namelijk op in de Waipapa rivier. Welke we zijn overgestoken en toen stroomopwaarts zijn gaan volgen: steile klimmetjes, afdalingen, omgevallen bomen en andere obstakels maakten dit een behoorlijk uitdagende 3,5 km. Maar wederom een geweldig uitzicht. Na ook de Waipapa rivier nog een keer overgestoken te zijn, zijn we begonnen aan de Pukatea Ridge Track, een 3,5 km lange klim door het bos. En als we zeggen klim, dan bedoelen we ook klim, de route was op sommige plekken namelijk best steil, maar we zijn boven gekomen. Wat resteerde was een 9 km lange asfaltweg naar Puketi, een wat saaie afsluiting van een verder fantastische dag. Hoewel, eenmaal op de camping begon het te regenen, wat het de rest van de avond heeft gedaan.

Al met al: omdat wij van het ergste uit zijn gegaan, zijn de Northland Forests ons behoorlijk meegevallen. Ja, op sommige momenten is de route erg glibberig, modderig, steil (soms allemaal tegelijk) en daardoor zwaar, maar tegelijkertijd is de route ook heel erg mooi. Ons enige puntje van kritiek: de bossen duren soms wat lang, maar daar moet je maar doorheen bijten.

Gepubliceerd op donderdag 02 november 2017.

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *