Roadtrip over Highway 1

Een tijdje geleden heb ben we ergens gelezen dat ‘Radar Love’ van de Golden Earing uitgeroepen is tot beste Road Trip song. Dus ‘Radar Love’ schalde door de boxen toen we Highway 1 opdraaiden. Highway 1 is uitgeroepen tot All-American-Higway omdat het één van de mooiste wegen van Amerika is: over een lengte van ruim 1.000 kilometer volgt het namelijk de kustlijn van de Stille Oceaan. Hoewel wij de weg dus voor een veel groter deel hadden kunnen rijden, hebben we alleen het deel tussen Los Angeles en San Francisco gereden, voor een groot deel ook wel de Cabrillo Highway genoemd.

Omdat wij de hele dag in Los Angeles hadden doorgebracht (niet doen voor mensen die twijfelen of ze naar Los Angeles willen) reden we in de avondspits Highway 1 op. Hoewel we het heel druk hadden verwacht, viel het ons erg mee. Zodra we de paar stoplichten bij Santa Monica waren gepasseerd, reed het en bleef het ook rijden. Gelijk rijd je langs de kust, wat met een ondergaande zon helemaal geen ramp is. Bij de eerste camping die we tegenkwamen gevraagd of ze nog plek hadden, maar helaas. De tweede had gelukkig nog wel een plekje, en wat een camping was dit zeg: op het strand, op nog geen 10 meter van de zee. Wauw! Jammer dat er nog andere kampeerders staan, anders was het idyllische plaatje helemaal compleet.

De volgende dag hebben we onze reis naar het noorden vervolgd. Jammergenoeg hing er wat zeemist, waardoor het uitzicht niet geweldig was. Gelukkig klaarde het in de loop van de ochtend op, precies op het moment dat we het wat saaiere deel (van Santa Barbara tot net boven Santa Maria, hier rijd je een stuk van zee af) achter ons hadden gelaten en de Central Coast bereikten. Vanaf Cambria rijd je weer langs de oceaan en gaat de tot dan toe voornamelijk vierbaansweg over in een slingerende tweebaans weg. Door alle toeristen hoef je er niet op te rekenen dat je door kunt rijden op deze weg, maar dat moet je ook helemaal niet willen: de omgeving is daar veel te mooi voor. Links de Stille Oceaan en rechts de bergen van Los Padros National Forest. Onderweg heb je voldoende parkeerplaatsen om van het uitzicht te genieten.

Onze tweede nacht sliepen we op een camping nabij Big Sur. Omdat we niets geboekt hadden was dit nog behoorlijk zoeken. Alle campings die we tegenkwamen bleken al vol te zitten. Hmm… zo toeristisch hadden we het niet verwacht. Maar gelukkig is het weer gelukt (vraag altijd of er plek is, ook als er een bordje ‘vol’ hangt). Doordat de vraag naar campings zo groot is, merk je wel gelijk dat de prijs aanzienlijk stijgt. Betaalden we eerst nog 10 dollar voor een nachtje kamperen, dat loopt nu al op naar 40-50 dollar. Maar ach, altijd nog goedkoper dan een hotel denken we dan maar.

Vanuit Big Sur rijden we de volgende dag verder naar het noorden. Eerst nog wat inkopen gedaan in Monterey, wat een gezellig oceaandorpje is. Hoewel, gezellig: door de mist vanuit zee zag het er eigenlijk best grauw uit. Helaas liep de tweebaansweg in Monterey over in een drukkere vierbaansweg. Pas na Santa Cruz rijd je weer langs de oceaan, wat je vervolgens tot aan San Francisco doet. Dit stuk weg is echter wel minder mooi dan het stuk wat we gister gereden hebben, met name doordat het drukker is. Ook leuk is dat je dit stuk van de weg niet goed meer kunt bekijken op Google Street View, aangezien de auto er in het donker heeft gereden, dus meer dan genoeg reden om zelf te ervaren hoe mooi deze weg is.

Gepubliceerd op zaterdag 07 mei 2016.

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *