Toeristen vind je vandaag de dag op alle uithoeken van de wereld. Wat is het daarom soms heerlijk als je even alleen kan zijn. Nu zijn we absoluut niet mensenschuw, maar de desolaatheid die we telkens weer ervaren in bijvoorbeeld woestijnen, doet iets met ons. Datzelfde hadden we toen we langs de Skeleton Coast in Namibië reden.
We hadden er net een paar dagen kamperen in Etosha National Park opzitten en wilden via de Skeleton Coast naar Swakopmund rijden. Klinkt simpel, maar gezien de afstand en met name de staat van de weg, betekende dit toch al snel een rit van drie dagen. Dus in Outjo de laatste inkopen gedaan en met inkopen bedoelen we ook echt inkopen: drie dagen kom je namelijk niets meer tegen, dus liters drinkwater en een extra jerrycan met benzine vulden onze kofferbak. Daarna kon het avontuur echt beginnen.
De weg van Outjo naar Khorixas is vooral een lange gravelweg, met niet heel veel bijzonders. Nog wel even een uitstapje gemaakt naar de Vingerklip: een rechtopstaande rots in het verder kale landschap.
Op de terugweg naar de weg naar Khorixas besloot een vogel dat onze auto wel een geschikt middel was om zelfmoord te plegen: vervolgens zijn we een paar minuten bezig geweest om het arme dier uit de gril te peuteren. Gelukkig was het maar een kleine vogel en had het geen schade aangericht, anders was onze reis hier al gestrand.
Hoe dichter we bij Khorixas kwamen, hoe heuvelachtiger de weg werd, althans: de weg dook telkens door een rivierbedding. Hoewel deze droog stonden, waren de rivierbeddingen soms zo diep dat de auto met de voorkant de grond raakte. Dus echt doorrijden was er niet bij. Maar uiteindelijk zijn we aan het einde van de middag in Khorixas beland.
De volgende dag zijn we maar weer op tijd verder gegaan. Hoewel, eerst hebben we nog een bezoek gebracht aan het Petrified Forest: hier liggen 50 versteende bomen. Wat hier bijzonder aan is? Nou, het zijn alleen de stammen, wortels ontbreken. Men vermoedt dat de bomen zo’n 250 miljoen jaar geleden hier terecht zijn gekomen tijdens een vloed. Maar oké, eerlijk is eerlijk, na 10 bomen heb je het wel gehad. Als snel stapten we dus weer in de auto om verder te rijden.
Hoewel we nog ver van Skeleton Coast vandaan waren, werd het landschap steeds kaler en kaler. De ene bergpas wisselde de andere af. Onze 2wd Toyota Corolla had het met sommige bergpassen best moeilijk, waarbij we soms zelfs terug moesten naar de eerste versnelling. Maar het is gelukt! En dan opeens in al die leegte staan er een paar gebouwen: de Springbokwasser Gate. Oftewel, de officiële toegang tot Skeleton Coast. Omdat het gebied zo desolaat en afgelegen is, dient iedereen zich te registreren bij binnenkomst en weer uit te schrijven wanneer je het gebied verlaat. Dus dat hebben we maar keurig gedaan.
Vanaf de gate duikt de weg van zo’n 1000 meter hoogte naar zeehoogte. Nouja, duikt: hier doe je gerust nog zo’n 2 á 3 uur over, maar toch. Ondertussen wordt het landschap steeds kaler. Maar ook het weer leek om te gaan slaan: van de strak blauwe lucht eerder op de dag, reden we richting een grijs wolkendek, wat later de beruchte dichte mist van Skeleton Coast bleek te zijn. Doordat de koude Benguelastroom op de warme woestijnlucht botst, ontstaat de mist waardoor er al vele boten zijn gestrand in dit gebied, vandaar ook de naam Skeleton Coast. Het zou overigens niet lang duren voordat ook wij onze eerste gestrande boot zouden zien, en het zou echt niet bij één blijven.
Eenmaal bij de kust, moesten we verplicht linksaf richting Swakopmund. Rechts had ook gekund, maar om deze weg te berijden heb je een speciale vergunning nodig en die hadden we niet. Inmiddels was de weg van gravel over gegaan in zout. Zout? Ja, zout. Doordat het constant aangedrukt wordt door de passerende auto’s, krijg je een zoutlaag die ongelooflijk hard is, net asfalt. Met als enige nadeel dat er soms nogal grote gaten in het wegdek zitten. Dit had als gevolg dat we onze eerste auto van vandaag tegenkwamen en wel een Italiaans stel met pech. Omdat het hier zo afgelegen is, bied je uiteraard je hulp aan. Maar aangezien het alleen ging om het vervangen van een lekke band, hadden ze geen hulp nodig. Vlak hierna stond er opeens een slagboom over de weg. Alleen was er in geen velden of wegen iemand te bekennen. Wat bleek: de bewaker die bij de slagboom zou moeten staan, was op weg naar het Italiaanse stel dat hij met zijn verrekijker had gespot. Dus na de nodige tijd kwam hij weer terug met de mededeling dat ze geen hulp nodig hadden en dat hij snel de slagboom omhoog zou doen. ‘Oh, en tot aan de volgende slagboom is het verboden te stoppen, jullie bevinden je nu namelijk in een Sperrgebiet.’ Oftewel, we reden door een gebied waar diamanten werden gedolven. Helaas zagen we niets glinsteren langs de kant van de weg en gelukkig kwamen we al snel bij de tweede slagboom die gelijk werd opengedaan en we dus ook zonder te stoppen verder konden.
Korte tijd later kwam er opeens een heel hoog, scherp geluid uit onze auto. ‘Ojee…’ Auto aan de kant, alles bekeken maar we konden niets vinden. Dus maar weer ingestapt en verder gereden. Althans, dat was het plan. Zodra de auto begon te rijden, kwam het geluid weer terug. ‘Hmmm, hier is toch iets drastisch niet in orde.’ Dus maar een grondiger onderzoek gestart. Wat bleek: er zat een steen tussen de remklauw en de remschijf. Zodra het wiel begon te draaien, zorgde de steen dus voor de nodige herrie. Terwijl wij onder de auto lagen te prutsen, kwam het Italiaanse stel langsgereden. Waar wij nog aardig gevraagd hadden of ze hulp nodig hadden, deden zij niet eens de moeite om vaart te minderen… Maar zonder hulp is het gelukt om de steen uit z’n bijzondere positie te wrikken en konden we zonder oorverdovend geluid de reis vervolgen.
Helaas was hiermee onze reis door Skeleton Coast ten einde. Tegen het einde van de middag kwamen we namelijk bij de gate aan waar we onze gegevens weer moesten invullen en vandaar was het nog maar een klein stukje (uurtje rijden ongeveer) naar Henties Baai. We hadden graag in Skeleton Coast zelf overnacht maar daar hadden we a) niet de juiste vergunning voor; en b) niet de juiste spullen voor bij ons. Wellicht dat we dat een volgende keer maar moeten doen, want dat het landschap bijzonder is, dat staat vast. Oja, en vanaf Henties Baai is het nog een 3 uur rijden naar Swakopmund, over een niet heel spannende weg met in vergelijking tot eerder aardig wat verkeer.
0 reacties