Zodra we Station Ede-Wageningen aflopen, staan we in de natuur. Via verschillende slingerende bospaadjes komen we uiteindelijk uit bij de Molenbeek. Deze beek is een sprengenbeek: een door de mens gegraven beek om grondwater doorheen te leiden. De route volgt de Molenbeek totdat deze uitkomt in de Nederrijn. Niet dat je de hele tijd letterlijk langs de beek loopt (soms wel), af en toe neemt de route wat afstand van de beek om deze later weer te kruisen.
Hoewel we tot nu toe in relatieve rust liepen, is het halverwege de route opeens over met de rust. Nouja, over. Het is er druk, maar gelukkig maar op één punt. Reden van de drukte: Landgoed Quadenoord, dat vol staat met Zimbabwaanse beelden. Tja, ook wij moesten twee keer kijken om zeker te weten dat we het goed zagen. Door de drukte hebben wij de beeldentuin maar weer snel achter ons gelaten, wie weet gaan we daar op een druiligere dag nog eens naar terug.
Na het oversteken van de N225 komt de Wageningse Berg in zicht. Nouja, in zicht… De route begint geleidelijk te klimmen. De Wageningse Berg is onderdeel van de zuidelijke stuwwal van de Veluwe. De berg is in de voorlaatste ijstijd (150.000 jaar geleden) ontstaan toen een enorme ijsmassa (ijslob) op de bodem drukte met als gevolg de Grebbeberg aan de ene kant en de Wageningse Berg aan de andere kant. Hoewel er van het ijs niets meer is te zien, is de 42 meter hoge berg voor Nederlandse begrippen nog een serieuze jongen. Maar voor de wandelaar die al moe wordt bij de gedachte deze berg te moeten beklimmen: het is meer dan de moeite waard. Onderweg heb je prachtige vergezichten op de uiterwaarden van de Nederrijn. En als je eenmaal boven bent en door de botanische tuin Belmonte loopt en uitkomt bij het uitzichtpunt, dan weet je waar je het voor gedaan hebt. Bij helder weer, kun je zelfs Nijmegen zien liggen. Wat een uitzicht!
Wat rest is een korte afdaling van de Wageningse Berg om daarna door Wageningen naar het busstation van Wageningen te lopen. Daarmee komt er een eind aan de 16,5 kilometer lange wandeling die ons heeft verrast: bos, heide en de vergezichten over de Nederrijn zorgden voor een prima afwisseling. Nu nog een keer in de herfst terugkomen, omdat dan de kleuren van de bossen helemaal mooi schijnen te zijn.
0 reacties