Joshua Tree National Park

‘Als je iets moet overslaan tijdens je rondreis door West-Amerika, kies er dan voor om niet naar Joshua Tree te gaan. Heb je één zo’n boom gezien, dan heb je ze allemaal gezien.’ Werd ons meerdere malen gezegd.

Het is maar goed dat wij hier niet naar geluisterd hebben, want wij vonden het verrassend leuk! Eigenlijk hadden we Joshua Tree National Park helemaal niet in onze planning zitten (want wij hebben ons goed ingelezen en volgen adviezen bijna altijd op), maar besloten toch een klein ommetje te maken zodat we dit park ook nog konden meepakken. En dat was zeker de moeite waard. Maar oké, we zullen toegeven, je moet van het landschap houden. Als je niet van uitgestrekte vlaktes, rotsformaties en warmte houdt, dan heb je er niet veel te zoeken. Wij zijn echter dol op deze combinatie. En met ons een steeds grotere groep mensen die speciaal naar Joshua Tree National Park komen om te klimmen.

Omdat wij Joshua Tree niet in onze planning hadden opgenomen, hadden we er ook geen informatie over bij ons. Eerst dus maar even langs het visitor center in Twentynine Palms. Aldaar wees de dame achter de balie ons op haar voorkeursplekjes in het park. Erg handig! Dus wij het park in. Al direct zagen we overal de Joshua Tree’s staan waar het park zijn naam aan dankt.

Een vreemd soort boom, helemaal omdat deze alleen in dit deel van de Mojave Desert groeit. Omdat we wat later in de middag arriveerden in het park, zijn we eerst maar eens een kijkje gaan nemen bij de camping. De dame bij het visitor center adviseerde ons de Hidden Valley Campground: door de vele rotsblokken een mooie omgeving en veel privacy. Door het warme weer werden er niet heel veel mensen verwacht, maar omdat wij dus al wat later waren, wilden we toch eerst ons plekje veilig stellen. Na zo’n 45 minuten rijden (met de nodige stops onderweg om foto’s te maken), kwamen we aan bij de camping. Het was een first-come, first-serve camping, dus envelop gepakt waar het geld in moet en op zoek naar een plek. Gelukkig was er nog volop ruimte, dus we konden een mooi plekje uitkiezen. Erg mooi gelegen, onder een metershoog rotsblok, volledig afgeschermd van alle andere kampeerplaatsen. Behoorlijk idyllisch dus.

Na het opzetten van de tent zijn we naar een uitzichtpunt gereden, hier had je uitzicht over en groot deel van de Mojave en Colorado Desert: wat een vlakte!

Echt het park verkennen stond voor de volgende dag op het programma. Omdat we inmiddels wel waren gewend aan het wandelen in de extreme warmte van de woestijn (45 graden en hoger) hadden we Ryan Mountain op ons lijstje gezet. Volgens de informatie zou dit een moeilijke klim zijn. Maar gezien de tijd die er voor stond (3 uur) hadden wij zoiets van: hoe kan dat nou moeilijk zijn. Dat was dit dus ook niet! Ja, door de warmte was het best zwaar, maar als je drinken bij je hebt en om de paar minuten even wat drinkt kom je echt wel boven. Na 45 minuten waren wij dan ook al op de top en aangezien dit het hoogste punt is van Joshua Tree National Park (300 meter hoger dan het park zelf), heb je een geweldig uitzicht over het park.

Op de top uiteraard de nodige foto’s gemaakt voor we aan onze terugweg zijn begonnen, waar we ongeveer 40 minuten over hebben gedaan. Dus in plaats van de aangegeven 3 uur hebben wij er slechts 1,5 uur over gedaan.

Vervolgens verder het park in. De dame bij het visitor center had ons ook Barker Dam aangeraden. Een dam die in 1900 is gebouwd door CO Barker om water in op te slaan. In 1949 is de dam verhoogd door de Keys familie die een boerderij had in het gebied. Volgens de dame van het visitor center was het niet alleen een must see, maar had de omgeving ook genoeg te bieden, ze ging hier zelf ook nog regelmatig heen om te wandelen (een rondje van ongeveer 1,5 mijl).

Het pad loopt door woestijnzand en is geen moment moeilijk. Onze eerste stop was bij muurschilderingen: althans replica’s omdat ze bang zijn dat de originelen zullen worden gevandaliseerd. Het is toch wat, dat zelfs zulke historische dingen worden aangetast door ons mensen!

Vervolgens zijn we verder gelopen naar de Barker Dam.

Staan we daar te kijken, zegt een jonge dame tegen haar vriendin: ‘kom we gaan onze naam op de muur schrijven’, waarschijnlijk niet wetende dat ze het over een nationaal historisch monument heeft. Voor dit soort mensen zijn ze hier in het park dus bang, en terecht. Gelukkig kon deze dame geen goed pad vinden naar de onderkant van de dam, waardoor haar plan om op de muur te schrijven geen doorgang kon vinden. Ondertussen kwamen op de rots achter haar een aantal berggeiten te voorschijn. De dame van het visitor center had toch echt gezegd: ‘als jullie vroeg zijn, dan zien jullie misschien berggeiten’. Inmiddels waren we toch echt niet meer vroeg, maar des te leuker omdat we ze niet meer hadden verwacht. Wonderbaarlijk om te zien op wat voor rotsen die berggeiten met alle gemak kunnen lopen (kunnen wij nog wat van leren). Langzaam kwam de hele kudde de rots af gelopen om rustig te gaan staan grazen bij de dam, zich niet storend aan de toeristen.

Gepubliceerd op vrijdag 01 augustus 2014.

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *