Etosha National Park is voor veel toeristen dé reden om naar Namibië te reizen: de karakteristieke zoutvlakte (die vanuit de ruimte te zien is), de grote variatie aan wild en de mogelijkheid om het park te verkennen met je eigen (huur)auto, maken het één van de toegankelijkste en meest unieke nationale parken van zuidelijk Afrika. In dit blog geven we je alle informatie die je nodig hebt voor een bezoek aan Etosha National Park.
Hoe kom je er
Etosha National Park is te bereiken per vliegtuig (als je genoeg geld hebt), en over de weg. Er zijn vier toegangspoorten: Galton Gate in het westen, Anderson’s Gate nabij Okaukuejo in het zuiden, Von Lindequist Gate nabij Namutoni in het oosten en King Nehale Lya Mpingana Gate in het noorden van het park. Door hun ligging, worden de Galton Gate en King Nehale Lya Mpingana Gate minder gebruikt. De meeste toeristen zullen dan ook tussen Anderson’s Gate (Okaukuejo) en de Von Lindequist Gate (Namutoni) reizen.
De afstand vanuit Windhoek naar de Anderson’s Gate is 435 kilometer en duurt ongeveer 4 uur. Naar de Von Lindequist Gate is het 533 kilometer en duurt ongeveer 5 uur. Let er daarbij op dat de toegangspoorten sluiten bij zonsondergang, dus als je in het park wilt verblijven, dien je voor zonsondergang in het park te zijn.
Vervoer in Etosha
Je kunt prima rondrijden met je eigen (huur)auto in Etosha National Park. De wegen tussen de Anderson’s Gate (Okaukuejo) en de Von Lindequist Gate (Namutoni) zijn over het algemeen van prima kwaliteit. Een 4wd is absoluut geen vereiste, maar door het soms hoge struikgewas kan een 4wd wel handiger zijn dan een lagere 2wd bij het spotten van dieren. Voor de wegen is een 4wd dus niet nodig. De wegen in het uiterste westen en noorden van het park worden minder bereden en zijn daardoor ook van mindere kwaliteit, maar nog steeds prima te doen met een 2wd. Reis je vanuit de Galton Gate of de King Nehale Lya Mpingana Gate verder naar het westen en/of noorden, dan is een 4wd wel vereist.
Vanuit ieder kamp kun je ook begeleide safari’s maken (dit is altijd met een 4wd).
Waar te verblijven
Rondom Etosha National Park liggen tal van lodges waar je kunt verblijven om vervolgens dagtripjes te maken in het park. Veel leuker is het echter om in het park te verblijven. Dat kan op een zestal plaatsen: Namutoni, Halali en Okaukuejo zijn de oudste en ook belangrijkste kampen in Etosha National Park. Hier vindt je zowel chalets als kampeerplaatsen. Bovendien hebben de drie kampen allen een eigen vliegveld(je), benzinepomp, winkel en restaurant. Een chalet kost zo’n N$ 620,- in het laagseizoen en N$ 920,- in het hoogseizoen, een kampeerplaats kost zo’n N$ 220,-.
Recent zijn er drie nieuwe verblijven geopend: Onkoshi, Olifantsrus en Dolomite. Onkoshi ligt in het noordoosten van het park, met uitzicht op de Etosha Pan. De vijftien chalets liggen in een gebied dat niet toegankelijk is voor de reguliere toerist in Etosha National Park, waardoor het de rust zelve is. Je kunt in Onkoshi verblijven vanaf N$ 1500,- in het laagseizoen en N$ 2100,- in het hoogseizoen.
Olifantsrus is een camping tussen Okaukuejo en Dolomite, gebouwd op de plek waar tussen 1983 en 1985 525 olifanten zijn omgebracht om de groeiende populatie oliftanten in het park onder controle te houden. Voor N$ 250,- per persoon kun je hier een nacht verblijven op deze camping. Een leuk extraatje is de observatiehut bij waterplek: in tegenstelling tot andere kampen, ligt de observatiehut bij Olifantsrus direct aan het water, waardoor je veel dichter bij de dieren kunt komen. Klein nadeeltje heeft dit wel: je kijkt dan namelijk vanuit een gebouw met glas, wat het fotograferen niet echt ten goede komt.
Helemaal in het westen van Etosha National Park, in een deel dat tot voor kort niet toegankelijk was voor toeristen, ligt Dolomite Camp. Twintig chalets zijn op een heuvel gebouwd waardoor je een geweldig uitzicht hebt over de omgeving. Je kunt in Dolomite Camp verblijven vanaf N$ 1300,- in het laagseizoen en N$ 1620,- in het hoogseizoen.
Kosten voor Etosha National Park
De kosten voor accommadatie komen bovenop de toegangskosten voor het park. Op het moment van schrijven van dit blog, was de toegangsprijs N$ 80,- per volwassene per dag (kinderen onder de 16 zijn gratis), auto tot maximaal 10 personen N$ 10,- per dag, voertuigen tot 25 inzttenden N$ 40,- per dag en voertuigen tot 50 inzittenden N$ 300,- per dag.
Wat te doen in Etosha National Park
Je gaat naar Etosha National Park om dieren te kijken. Waar je ook bent in het park, dieren zul je zien. Afhankelijk van het jaargetijde en waar je bent in het park, zie je verschillende dieren. Het landschap kenmerkt zich namelijk ruwweg door het open graslandschap van het noordoosten, de Etosha Pan in het midden, het bosrijke gebied van het zuiden, en de open en veelal dorre vlaktes van het westen. Volgens locals trekken de dieren over het algemeen in de droge maanden veelal naar de bossen rond Halali en in het regenseizoen naar de open vlaktes ten noord oosten van Namutoni, rondom Okaukuejo of in het westen van Etosha National Park. Inmiddels hebben wij al wel ervaren dat de dieren zich hier niet altijd aan houden, maar des te leuker is het om een dag rond te rijden in Etosha om te zoeken naar dieren. Om het je wat makkelijker te maken, zijn er tal van waterplekken (zowel natuurlijke als aangelegde) waar dieren naar toe komen om te drinken. Hieronder hebben we een paar waterplekken vermeld waar wij in het verleden veel succes hebben gehad met het spotten van wild:
Andoni: Tot voor kort was Andoni het noordelijkste punt dat je kon bereiken in Etosha National Park. We hebben hier slechts zebra’s en ander relatief klein wild gezien.
Aroe en Twee Palms: Een grote open vlakte net buiten Namutoni. Alle keren dat we hier geweest zijn waren er wel wat wildebeesten en struisvogels te spotten, verder nooit echt veel wild gezien.
Charitsaub: Een grote grasvlakte die bekend staat vanwege de vele gemsbok, springbok en wildebeest. Eén keer hebben we hier zelfs een paar leeuwen gespot.
Chudob: Een grote open vlakte bij een natuurlijke waterplas, die een grote aantrekkingskracht heeft op wild. Alle keren dat we in Etosha National Park geweest zijn, was hier een grote variatie aan wild te zien: zebra’s, giraf, gemsbok, springbok, hartebeest en ander wild.
Etosha: Je zult hier niet zo snel dieren tegenkomen. Toch is een bezoek aan Etosha niet te missen, aangezien dit de enige plek in het park is waar je echt een stuk de Etosha Pan in kunt. Wat opvalt als je naar de horizon kijkt, is dat je de bolling van de aarde kunt zien: zo groot is de Etosha Pan.
Goas: Goas staat bekend om de grote variatie wild die hier regelmatig te zien is. Zo hebben wij zelf hier een keer staan kijken hoe een grote kudde olifanten water kwam drinken.
Groot Okevi & Klein Okevi: Twee mooi gelegen waterplekken waar we alle keren wel wat wild hebben gezien, één keer zelfs een paar olifanten.
Halali: Bij de waterplek van het Halali Camp hebben we twee keer ’s avonds een zwarte neushoorn gezien, alsmede overdag verschillende kudde’s olifanten die kwamen drinken.
Kalkheuwel: Vergelijkbaar met Chubob, er zijn hier nagenoeg altijd wel dieren te spotten.
Leeubron: Hoewel de naam anders doet vermoeden, hebben we hier nog nooit enig wild gezien.
Pan: Een waterplek die maar weinig wild lijkt te trekken, maar waar je wel een mooi uitzicht hebt over de Etosha Pan.
De westelijke waterplekken (rondom Olifantsrus en Dolomite Camp) hebben wij nog niet kunnen bezoeken, daardoor weten we nog niet uit eigen ervaring hoe deze plekken zijn en hoeveel dieren er te zien zijn. Wellicht volgt er in de toekomst nog een update op dit blog.
Meer weten over Etosha National Park?
Zelf hebben we goede ervaring met de Bradt Guide van Namibië, dit is volgens ons één van de meest veelzijdige reisgidsen over Namibië met veel gedetailleerde informatie over Etosha National Park. Chris McIntyre, de auteur van de Bradt Guide Namibia, geeft daarbij aan waar hij zelf goede ervaringen heeft gehad in het spotten van dieren.
0 reacties