De sloppenwijken van Kaapstad

Zeg je Afrika, dan zeggen veel mensen armoede. Wij wilden daarom wel eens met eigen ogen zien hoe armoede er in Kaapstad uitziet. We boekten daarom een tour door een sloppenwijk. Hmm… een tour door een sloppenwijk. Klinkt een beetje raar: als rijke westerling vanuit een luxe bus met airconditioning kijken hoe slecht de mensen het wel niet hebben. Zoals het klinkt, was het in werkelijkheid ook.

De tour begon bij het District 6 Museum. District 6 was een wijk in Kaapstad die ten tijde van de Apartheid bevolkt werd door ‘zwarten’. De blanke regering wilde de grond echter gebruiken voor andere doeleinden en heeft gewoon een aantal bulldozers aan het werk gezet om de huizen met de grond gelijk te maken. Hoewel de gids die mee is dit allemaal vertelt, laat het museum vooral de Apartheid zien: bankjes met daarop de tekst ‘alleen voor blanken’, of een deur van de rechtbank met daarboven de tekst ‘niet voor zwarten’. Als redelijke tolerante personen, zijn zulke bordjes altijd weer confronterend. Dat mensen echt zo geweest zijn (en soms nog steeds kunnen zijn), onvoorstelbaar.

Na het museum rijden we naar een werkplaats voor jongeren en daarna naar een illegaal café. Iedereen kreeg hier wat bier. Of beter gezegd, we kregen met z’n allen één biertje: het bier zat gewoon in een heel groot vat dat doorgegeven werd en waar je dus een slok van kon nemen.

Toen iedereen van het bier geproefd had, hebben we het donkere café verlaten en zijn we lopend de wijk in gegaan. Al snel hadden we hordes kinderen achter ons aanlopen. De één schreeuwde nog harder om ‘gifts’ dan de ander. De gids had ons echter op het hart gedrukt niets uit te delen omdat dit de kinderen een verkeerd signaal zou geven. Ondanks deze waarschuwing zagen we toch nog de nodige pennen en zelfs briefjes geld uit tassen komen. Ondertussen waren we aangekomen op een soort van pleintje tussen een aantal appartementengebouwen.

Hoewel het er rommelig was, zag het er op het oog nog niet eens zo slecht uit. Maar de gids vertelde dat de huizen, die wij kennen als eengezinswoningen, hier bewoond werden door 20, soms wel 30 mensen. Om zijn woorden kracht bij te zetten, liep de gids een woning binnen, en wij er achteraan. Binnen was niet heel veel te zien (letterlijk dan): op de grond lagen wat dekens, er stonden wat stoelen en er was een keuken. Meer niet.

Toen we weer in de bus zaten, vertelde de gids dat dit officiële huizen zijn: door de regering gebouwd. Niet veel later reden we door een wijk waar de mensen nog wachten op officiële huizen. De huizen die je hier zag waren van het kaliber golfplaat. Oftewel, wat je verwacht van een sloppenwijk. Vanwege veiligheidsredenen konden we hier de bus echter niet uit, aldus de gids. Maar hij vertelt verder over de huizen langs de weg: omdat het een weg betreft die veel toeristen van het vliegveld naar het centrum van Kaapstad nemen, heeft de regering langs de weg een aantal mooie huizen aangelegd. Achter deze huizen liggen dus allemaal sloppenwijken, maar om het er een beetje mooi uit te laten zien…

De tour door de sloppenwijk werd afgesloten bij een lokale geneesheer (traditional healer). Als je dit hoort, dan krijg je er altijd bepaalde beelden bij, althans wij wel. Het was dan ook vreemd om opeens iemand in een spijkerbroek en een polo te voorschijn zien te komen. Maar ach, ook zij gaan met hun tijd mee. Op de vraag of er iemand in de groep gezondheidsklachten had, werd niet gereageerd, waarop de traditional healer er maar een doosje bij pakte en begon te vertellen wat hij allemaal kon genezen. Poten van dieren, speciale amuletten, haren, drankjes, het één na het ander kwam te voorschijn. Toch was er niemand die zich durfde aan te melden voor een behandeling…

Gepubliceerd op zaterdag 02 januari 2016.

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *