Te Araroa: Tararua Ranges (van het Makahika Outdoor Pursuit Center naar Waikanae)

Gedurende de nacht had het wat geregend en ook ’s ochtends regende het nog wat. Gelukkig werd het precies droog toen wij weg wilden gaan. We hadden nog even goede hoop dat we de eerste kilometers over een asfaltweg met de auto konden afleggen aangezien Sabine haar charmes in de strijd had gegooid. Maar toen er om 7:15 uur nog steeds geen lift voor kwam rijden, zijn we toch maar gaan lopen. Na een uurtje lopen, kwamen we aan bij de start van de Tararua Ranges, daar hebben we het intentions book getekend (zodat men weet wat we de komende dagen gaan doen) en zijn vertrokken. Eerst door een (leeg) weiland om daarna het bos in te duiken. Via een steil bospad, waar zo af en toe de wolken letterlijk overheen trokken, zijn we gaan klimmen. En klimmen hier betekent meestal veel omhoog om daarna weer een beetje omlaag te gaan. Met name bij het afdalen bleek Marjon toch nog wel wat last te hebben van haar knie. Hmm, dat belooft wat voor de komende dagen. Uiteindelijk waren we om ongeveer half twee bij de Waiopehu Hut (op 960 meter hoogte). De wolken waren inmiddels wat opgetrokken, dus we hadden al een erg mooi uitzicht op de Tararua Ranges.

Marjon en het toilet

Net na aankomst in de Waiopehu Hut besloot Marjon naar het toilet te gaan. Bij de meeste berghutten zijn dit toilethokjes die op zo’n 50 meter afstand van de hut staan. Sabine zei dat het toilet erg ver was en Marjon moest blijven lopen en er vanzelf tegen aan zou lopen. Dus Marjon trok er op uit. Twintig minuten later was Marjon nog niet terug. En precies toen Jasper zich hardop afvroeg of we niet eens moesten gaan kijken waar Marjon bleef, kwam Marjon weer aanlopen. Ze had een toilet gevonden, maar dat zat op slot en was verder gelopen. Heel veel verder. Zonder ook maar een ander toilet tegen te komen. Wat bleek: Marjon heeft aan de deur van het toilet staan trekken in de gedachte dat de deur naar buiten open gaat (wat bij de meeste toiletten ook zo is). Bleek de deur naar binnen open te gaan en zat deze dus helemaal niet op slot.

Goed, dan denk je dat dit het wel zo’n beetje is met Marjon en het toilet, maar het wordt nog leuker. De volgende ochtend, net toen we weg wilden gaan, besloot Marjon nog even naar het toilet te gaan. Tim was haar net voor en dus kwam Marjon onverrichter zake weer terug lopen. Toen het wel erg lang duurde voordat Tim terug was, en wij weg wilden gaan, besloot Marjon maar een mooie boom op te zoeken om achter te plassen. Toen ze de hut weer in kwam lopen, hoorden we in de verte Tim roepen (‘helloooo’). Hmm, dat is vreemd, maar hij doet wel vaker vreemd en als er iets zou zijn zou hij wel help roepen. Maar het roepen bleef aanhouden en net toen we dachten, misschien moeten we maar eens gaan kijken, hoorden we ook een enorm gebonk. Toen bedacht Marjon zich dat ze de deur van het toilet wel eens van buiten op slot gedaan zou kunnen hebben. Oftewel: Tim zat al een kwartier op een donker stinkend toilet… Gelukkig waren wij er nog om de deur te openen. En het grappige is dat Sabine en Gaetan langs Tim zijn gelopen, het roepen wel hebben gehoord, maar ook dachten dat hij een grapje maakte. Arme Tim!

Dracophyllum Hut

Goed, toen alle hilariteit weer uit de lucht was, zijn we maar eens gaan lopen. Voor deze zaterdag lagen er namelijk heel wat hoogtemeters op ons te wachten. Rond 6:50 uur vertrokken we, om direct verder te klimmen. Eerst naar de Waiopehu Peak (1094m), daarna Twin Peak (1097m), Richards Knob (985m) om daarna af te dalen naar Butchers Saddle (690m) om vanaf daar weer te gaan klimmen naar de Te Matawai Hut (880m). Veel op een neer dus, niet heel ideaal voor de knie van Marjon, aangezien die zeer blijft doen. Tim bood eerder al een knieband aan die hij zelf niet meer nodig had, maar Marjon besloot pas de volgende dag van dit aanbod gebruik te maken. Na een korte stop bij de Te Matawai Hut (voornamelijk om water bij te vullen), zijn we verder gaan klimmen naar Pukematawai (1432m), het één na hoogste punt dat we aan doen in de Tararua Ranges. Toen we na een lange en pittige klim eindelijk op de top stonden, was het een dubbel gevoel. Enerzijds was het uitzicht echt fantastisch, geweldig om de Tararua Ranges zo te zien (wetende dat het minder dan 80 dagen per jaar helder is in de Tararua Ranges), maar anderzijds stond er bij de Te Matawai Hut een bord dat het vier uur naar de Dracophyllum Hut was, kom je na ruim een uur lopen op de top van Pukematawai aan, staat daar opnieuw een bord waar op staat dat het nog 4 uur lopen is. Een beetje deprimerend…

Vanaf Pukematawai was het een lange afdaling en daarna ook weer klim naar Butchers Knob (1158m). Inmiddels was de tussock (laag gras) weer vervangen voor bomen, door de vele omgevallen bomen was het af en toe best zoeken naar de juiste route. Maar we hebben ‘m gevonden en zijn aangekomen bij de Dracophyllum Hut, een heel klein, schattig hutje met maar 2 bedden. Aangezien wij met 6 man waren, hebben wij -samen met Tim- de tent opgezet op het helikopterplatform. Een kampeerplek met één van de beste uitzichten tot nu toe!

Op naar de top

Vanaf de Dracophyllum Hut liep de route eerst nog door het bos, en daarna door een open landschap door tussock. Ondertussen volgde de ene top de andere op: Puketoro (1152m), Shoulder of Kelleher (1142m) en Nichols (1242m). Dit keer zaten er flink steile afdalingen tussen de toppen, waardoor het even duurde voordat we bij de volgende hut (Nichols Hut) waren. Net voor de Nichols Hut begon het helaas te regenen. Niet lang daarna begon het zo hard te regenen, dat we sinds lange tijd zelfs onze regenjas maar weer eens hebben aangetrokken. Hoewel het slechts 11 uur was toen we de Nichols Hut bereikten, hebben we daar toch maar vast geluncht. Als het regent ga je immers niet lekker in de buitenlucht zitten lunchen.

Hoewel het inmiddels erg hard was gaan regen, en bij ons voor het eerst op de Te Araroa zelfs de regenbroek uit de tas is gekomen (ook om het nog een beetje warm te houden op deze hoogte), zijn we toch verder gaan lopen. Gelukkig werd het vrij snel na het verlaten van de Nichols Hut alweer droog. In de wolken, dat dan weer wel, klommen we gestaag verder naar de top van Crawford (1462m). Normaal gesproken heb je dus een geweldig uitzicht en kun je bijvoorbeeld zelfs het zuid eiland zien. Vandaag helaas alleen even niet. Maar ach, we zijn al lang blij dat het niet zo hard waait, aangezien je niet over de bergkam kunt lopen bij harde wind (lees: smalle bergkam met aan beide zijde een diepe afgrond). Omdat er toch niets van het uitzicht te zien was, zijn we gelijk doorgelopen: naar beneden dus. Een hele, hele lange, slopende afdaling, waar je wel zere knieën krijgt als je die al niet hebt. Hoewel er geen einde aan de afdaling (en bos) leek te komen, verscheen daar toch nog opeens de hangbrug over de Otaki Rivier en we wisten dat de Waitewaewae Hut (op 310m hoogte gelegen) daar vlak na volgde. En dat was ook zo.

De kerstman op bezoek

We hadden bedacht eerste kerstdag in één van de berghutten in de Tararua Ranges door te brengen. Maar toen we gisteravond naar de planning zaten te kijken, kwam een deel van de groep tot de ontdekking dat ze niet genoeg eten mee hadden om nog een dag in de Tararua Ranges te blijven (lekkere voorbereiding dus, als ze slecht weer hadden moeten uitzitten, hadden ze een probleem gehad). Omdat wij ook niet met z’n tweeën achter wilden blijven in de hut, zijn we met zijn allen om stipt 9 uur (ja, we hebben dus uitgeslapen vandaag) vertrokken. Via een prima bospad volgden we de Otaki Rivier om na ongeveer 30 minuten dieper het bos in te gaan. Door een grote landverschuiving, was het pad dat we eigenlijk hadden moeten lopen afgesloten. In plaats daarvan was er een nieuwe route gemarkeerd, die langer is en meer hoogtemeters maakt. Ook al is het een vrij recent gemarkeerde route, we moesten nog steeds over veel bomen klimmen. Gelukkig waren alle stroompjes goed over te steken.

Door de zere knie van Marjon waren wij wat achterop geraakt. Ze hadden nog op ons zitten wachten met de lunch, maar omdat het al wat laat werd, waren wij ook maar ergens gaan lunchen. Achteraf bleek dat we echt heel dicht bij elkaar hadden geluncht. Net na de lunch kwam het pad weer uit op de oude route, een voormalige spoorlijn waar zelfs het spoor nog van te zien was. Het laatste stuk liep daardoor erg makkelijk. Na nog een keer een leuke hangbrug overgestoken te zijn, was het nog maar een klein stuk naar de Parawai Lodge (laat je niet misleiden door het woord lodge, aangezien het gewoon een berghut is). Net voordat we daar aankwamen begon het weer wat te spetteren, wat het de rest van de dag zou blijven doen.

Net toen we allemaal het eten achter de kiezen hadden en we nog een kaartspelletje zaten te spelen, kwam er een lokaal stel aanzetten. De man leek door zijn lange witte baard sprekend op de kerstman, alleen dan in zijn vrijetijdskleding. Ze kwamen gewoon even buurten, doen ze wel vaker zeiden ze. Toen Sabine min of meer voor de grap vroeg of ze dan ook een kerstcake bij zich hadden, bleken ze zelf gebakken muffins, tomaatjes, pruimen en drinken meegebracht te hebben. Echt een geweldige verrassing om zo de avond door te brengen. Het werd een erg gezellige avond inclusief mooie verhalen en kerstliedjes in alle talen.

Na regen komt…

Gedurende de nacht heeft het flink geregend. Nee, beter gezegd: gehoosd. Wij lagen vlak naast een ventilatierooster, waar af en toe gewoon vlagen regen door naar binnen werden geblazen. Heel lekker. Ook toen de wekker ging, regende het nog. Niet gek dat menig loper de volgende ochtend niet echt aanstalte maakte om te vertrekken. Toen het uiteindelijk wat droger was, zijn we toch maar gaan inpakken. Een uur later als normaal zijn we alsnog vertrokken. Met regenjas aan. Maar al snel bleek dat niet nodig te zijn: het werd snel droog en door de enorme luchtvochtigheid maakte het niet veel uit of je wel of geen regenjas aan had, nat werd je toch. De route liep over de 812 meter hoge Pukeatua. Hoewel het pad prima was, was met name het eerste deel erg steil en daardoor behoorlijk slopend. Door de vele regen van eerder op de dag/nacht, waren veel boomwortels erg glad. Helaas kwam Marjon daar op een vervelende manier achter. Toen ze uitgleed kwam ze hard met haar hoofd (jukbeen) op een boomstronk terecht. Met een gat in d’r lip en een ietwat dikke wang, mag gezegd worden dat ze hier behoorlijk wat geluk heeft gehad. Gelukkig stond ze vrij snel weer en kon het noodbaken in de tas blijven. Vrij snel daarna stonden we op de top van Pukeatua, waar we -ook al was het nog vroeg- maar geluncht hebben.

De afdaling beloofde opnieuw erg lang en steil te worden, maar viel ons eigenlijk erg mee. Het pad was goed en er waren nergens echt moeilijke/grote passen zoals bij eerdere afdalingen. Na een kleine twee uur liepen we het bos uit en lag er nog ongeveer 16 kilometer asfalt op ons te wachten. Na ongeveer vijf kilometer gehad te hebben, dachten we kom, laten we onze hand eens opsteken als er een auto langs komt. Niet dat we zoveel auto’s hadden zien passeren, in de afgelopen 5 kilometer was er welgeteld 1 auto langsgekomen. Maar we hadden het nog niet gezegd of er kwam een auto aan, die ook nog eens voor ons stopte en helemaal luxe: ze moesten ook naar Waikanae en konden ons voor de deur van het Holiday Park afzetten. Onze eerste echte lift en dan gelijk deze service! Omdat het voor ons 2e kerstdag was, leek het ons een goed idee om ’s avonds uit eten te gaan nu dat weer kon. Dus samen met Sabine en Emily genoten we van een pizza in het lokale restaurant.

Gepubliceerd op donderdag 28 december 2017.

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *