Te Araroa: Takitimu Track (van Te Anau naar Birchwood)

Op onze rustdag in Te Anau hadden we voor zondagochtend vroeg een shuttle geregeld die ons terug naar de Te Araroa zou brengen. Staan wij keurig om 6:50 uur klaar (de tijd die wij doorgekregen hadden dat we opgehaald zouden worden), komt de bus pas om 7:15 uur voorrijden. Inmiddels waren wij al veranderd in ijsklompjes, op deze vroege ochtend was het namelijk nog niet heel warm. Maar ach, de bus kwam in ieder geval nog. Na een rit van een half uur werden we afgezet aan het begin van Princhester Road. De andere mensen in de bus zullen wel gedacht hebben, wat gaan zij hier doen in the middle of nowhere. Vanaf Princhester Road hebben we ongeveer 5 kilometer over een grindweg gelopen naar de Lower Princhester Hut. Niet een heel spannend stuk, op de koeien vlak voor de hut na dan. Maar dit waren gelukkig hele lieve koeien, die rustig door bleven grazen terwijl wij langs liepen (lees: tussen ze door laveerden). Net voor de klok van negen arriveerden we bij de Lower Princhester Hut, waar het een drukte van belang was. Hoewel, het was druk in de hut, maar nagenoeg iedereen lag nog op één oor. Omdat deze hut makkelijk bereikbaar is met een auto, is de hut populair onder dagjesmensen. Wij zijn na een korte pauze weer verder gelopen: het Takitimu Forest in.

De eerste meters liepen erg makkelijk. Maar met nadruk op eerste en meters. Al snel veranderde het pad in een slow-going bospad: overal boomwortels (die lekker glad kunnen zijn), omgevallen bomen (waar je onder/boven/doorheen moet klauteren), modder en andere leuke obstakels. Kortom, weer een bos als vanouds. Na ruim een uur lopen kwamen we twee jagers tegen (toch gek om opeens twee mannen tegen het lijf te lopen met van die enorme geweren over hun schouder). Eén van hen zat duidelijk op de praatstoel en hield ons ruim 20 minuten aan de praat. We kregen zelfs een complete schouder van een hert aangeboden. Hoewel dat erg lekker gesmaakt zou hebben, hebben we dat toch maar even afgeslagen.

Niet lang nadat we de jagers achter ons hadden gelaten bereikten we het hoogste punt van vandaag (820m). Van de jagers hadden we gehoord dat het pad na de top een stuk beter zou worden. Nou, wij weten niet waar zij zaten met hun gedachten: misschien was het pad zelf beter, maar ook een stuk modderiger. Op een gegeven moment (Joost mag weten hoe ze het deed) ging Marjon onderuit, let wel: met d’r gezicht naar voren schoof ze zo een paar meter naar beneden over een paar boomwortels. Jasper zag haar been een houding innemen die anatomisch gezien op geen enkele manier te verantwoorden is, maar wonder boven wonder heeft Marjon er op een paar schrammen en blauwe plekken niets aan over gehouden (en weer een sterk verhaal natuurlijk). Na 4,5 kilometer lieten we het bos achter ons en begon de pret pas echt: vanaf daar liepen we afwisselend door open tussock velden en korte stukjes bos. De stukjes bos waren, zoals eerder beschreven, gewoon bos. Maar de tussock daarentegen… Stel je heel hoog gras voor met een onderbodem als een moeras: bij iedere stap die je zet kun je zomaar tot halverwege je onderbenen wegzakken in de modder. Door het hoge gras zie je nameljjk vaak niet waar je je voet neerzet. Meer dan eens werden we allebei dan ook opgeslokt door mo(e)(d)der aarde en zo ging ook Jasper deze middag nog onderuit, resulterend in een zere enkel. Na op deze manier heel wat langzame kilometers te hebben afgelegd in een verder prachtig landschap, kwamen we aan het eind van de middag aan bij de Aparima Hut. Tot onze verbazing was er (nog) niemand. Maar dat bleef helaas niet zo: vlak voordat het donker werd arriveerde er nog een vrouw, zij wilde echter slapen in de oude jagershut die naast de Aparima Hut staat, dus toen hadden we de hut toch voor ons zelf (en zij ook).

De laatste 1.000 meter

Vandaag stond dag twee door Takitimu Forest op het programma. Iets voor acht uur liepen we bij de Aparima Hut weg. Bij de hut stond zoals gebruikelijk een DOC bord met de kilometers en tijden naar de volgende hut. Vijf minuten later, toen we de rivier via de hangbrug hadden gepasseerd kwamen we op een kruising waar opnieuw een DOC bord stond. Wonder boven wonder hebben we in deze vijf minuten maar liefst twee uur van de DOC tijd naar de volgende hut gesnoept: van 8 uur was het nu nog maar 6 uur. Maar ook daar klopt niets van. In de trailnotes staat namelijk dat het pad slecht gemarkeerd is en niet goed te zien is. Nou, het pad is uitstekend gemarkeerd en heel goed te zien, zelfs zonder markers zou je hier nog niet verdwalen. Het liep dan ook erg lekker, met af en toe een klimmetje en een afdaling (de één wat steiler dan de ander) en wat modder. Zelfs Marjon heeft dit keer geen rare capriolen uitgehaald. Uiteindelijk kwamen we na 4,5 uur lopen aan bij de Lower Wairaki Hut.

Na een lunchpauze van bijna een uur zijn we verder gelopen richting Telford Campsite. Opnieuw stond er een DOC bord, dit keer met de mededeling dat het 8 uur naar de Telford Campsite zou zijn. Hmmm, volgens de trailnotes is het ‘slechts’ 4-5 uur. Wel moet er nog een berg worden beklommen: de laatste berg boven de 1.000 meter, 1.024m om precies te zijn. Ook hier was het pad in goede staat. Het begin liep vals plat omhoog, maar werd gaandeweg steeds steiler. Doordat het vandaag behoorlijk benauwd was, stroomde het zweet werkelijk overal vandaan/vanaf. Maar we zijn boven gekomen: opeens liepen we het bos uit en stonden we op een gote kale bergtop. Terwijl de wind om ons heen gierde, keken wij of we Bluff zagen liggen: bij goed weer is dit één van de twee plekken waar je de eindstreep kan zien. Even dachten we Bluff heel groot en heel dichtbij op te zien doemen, maar dat bleek slechts een fatamorgana te zijn (het was überhaupt te slecht weer om de kustlijn te onderscheiden, laat staan Bluff te zien).

Vanaf de top hebben we ook onze slaapplek en diner voor morgen geregeld (bij Birchwood station hebben ze een cabin gebouwd voor Te Araroa lopers). Overigens is een station hier een boederij, voordat er mensen zijn die denken dat we morgen uitkomen bij een treinstation. Toen dat was gedaan zijn we via de kam naar beneden gelopen. Niet heel moeilijk, ware het niet dat de wind probeerde ons een andere route te laten volgen (de snellere weg naar beneden). Gelukkig is dat niet gelukt en is het bij slechts één glijer van Jasper gebleven (op sommige plekken was het grind wat nat en daardoor glad). Na 3,5 uur precies (dus geen 8 uur DOC) kwamen we aan bij de Telford Campsite. Helaas een campsite met nogal veel sandflies. Na het opzetten van de tent zijn we de tent in gedoken om er niet meer uit te komen voordat het donker werd (dan gaan de sandflies namelijk naar bed). Maar door die ene keer dat de ingang van de tent open stond, waren er al tientallen sandflies binnen gekomen. Spijtig te melden dat de sandflies deze strijd voorlopig hebben verloren, alleen zitten wij nu wel met een tent vol dode sandflies…

Mt Linton Station

Mt Linton Station is de grootste boerderij van Nieuw-Zeeland. Nagenoeg de volle 28 kilometer die we vandaag voor de boeg hebben, loopt van noord naar zuid over het land van Mt Linton Station. Overigens gaan er nogal wat spookverhalen rond over Mt Linton Station: de route is lastig te vinden en als je van de route gaat en de boer tegenkomt, dan word je terug naar het startpunt gebracht en mag je het land niet meer op. Deze houding van de boer komt vooral doordat er te vaak ‘misbruik’ is gemaakt van de gastvrijheid: wildkamperen op plekken waar dat niet mag en vooral hekken open laten staan. Voor ons dus zaak om netjes op de route te blijven.

Om de sandflies voor te zijn, hebben we de tent in het donker ingepakt en zijn we bij het eerste licht gaan lopen. Nog geen 5 minuten nadat we vertrokken waren en een stile (trap over een hek) heen klommen, sloeg het noodlot toe. Dit keer geen Marjon die een snoekduik neemt, of Jasper die zijn enkel verzwikt. Nee, de gesp van de rechter schouderband van Jasper zijn tas brak af. Niet een ideale timing aangezien we in de middle of nowhere stonden. Gelukkig had Jasper snel een oplossing bedacht met behulp van een mini karabiner en al lopende heeft hij een systeem bedacht waardoor hij met een deel van de reserve scheerlijn zelfs de hoogte nog een beetje kan aanpassen. Het is niet ver meer naar Bluff, dus hopelijk houdt het!

Eenmaal op Mt Linton Station staken we een rivier over om daarna via een 4wd pad een berg te beklimmen, weer af te dalen, weer te klimmen, etc. Het was dus vooral een dag van veel ups en downs. Nagenoeg allemaal over 4wd paden. De route was naar onze mening goed aangegeven: soms moest je wel even zoeken naar de volgende markeringstekens en één keer hebben wij er één over het hoofd gezien waardoor we een afslag gemist hebben, maar dat was achteraf best duidelijk en gewoon onze fout. Dus waar alle klachten en commentaren vandaan komen is ons niet helemaal duidelijk. Wij hebben het in ieder prima naar onze zin gehad op Mt Linton Station. De uitzichten waren wederom erg mooi en het landschap erg divers: het ene moment loop je tussen de schapen, vervolgens loop je ruim een uur tussen de bieten om de dag af te sluiten met een paar paarden die het pad blokkeerden. Om precies 15:00 uur liepen we Mt Linton Station aan de zuidelijke kant weer af en vandaar was het nog maar een klein stukje naar een private hut bij Birchwood Station waar we de nacht doorbrengen en van een heerlijke verse maaltijd hebben genoten.

Gepubliceerd op dinsdag 20 maart 2018.

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *