Te Araroa: Pirongia (van Hamilton naar Waitomo)

Na 3 dagen gelopen te hebben, was het de hoogste tijd voor weer een rustdag. Nee, natuurlijk niet. Het pad was de afgelopen dagen niet echt moeilijk, dus daar hoefden we niet van bij te komen. Wel moesten we boodschappen doen: de komende 5 dagen zouden we geen winkels tegen komen. Dus daar hadden we tijd voor nodig. Maar de echte reden is dat we zaterdag hadden afgesproken met Peter en Joanna, de zoon van de broer van Marjon d’r opa (van d’r moeders kant). Helemaal bijzonder aangezien ze praktisch aan de route van de Te Araroa wonen. Erg leuk om kennis te maken. Helemaal leuk werd het toen, onverwachts, de moeder van Joanna -ook van oorsprong Nederlandse- even langs kwam en gelijk haar hele levensverhaal vertelde. Na van een heerlijke, door Joanna klaargemaakte lunch genoten te hebben, hebben we de rest van de middag geluierd in en om onze tent.

Bye bye Hamilton

Tussen Hamilton en Waitomo ligt, zoals hierboven al beschreven, niet heel veel. Nouja, we komen niet zoveel plaatsen tegen, er ligt namelijk wel wat. Een berg welteverstaan, van bijna 1000 meter hoog (Pirongia, 959 meter hoog). Zondag was het doel om zo dicht mogelijk bij de berg te komen. We hebben Hamilton daarom vroeg verlaten. Hoewel, de eerste kilometers loop je door een niet heel erg inspirerende omgeving. Oke, de Western Trail Track was best leuk. Echt leuk werd het pas toen we Hamilton echt uit waren en een klein ommetje via het Taitua Arboretum maakten. Een park waar ruim 150 verschillende boomsoorten te zien zijn en vooral heel veel kippen en hanen rondlopen. Wat een rustige plek om de zondagmorgen door te brengen.

Vlak na het Taitua Arboretum doken we een paar weilanden in. Heel mooi, alleen hebben we er beiden niets van meegekregen: we hadden allebei zoveel last van hooikoorts dat we zo snel mogelijk het weiland weer uit wilden. En dat is gelukt. Ter compensatie (en omdat het vandaag vies benauwd was) hebben we bij de benzinepomp in Whatawhata nog maar even een ijsje gegeten. Wat volgde was een pad langs de Waipa River. Het eerste stuk van dit pad liep door dichtbegroeide bosjes en op plaatsen erg diepe modder die gelukkig redelijk te omzeilen was. Het tweede deel van het pad verliep wederom via weilanden. Het laatste deel van de route werd geblokkeerd door een kudde stieren. Omdat wij geen zin hadden om dwars door deze vriendelijke vrienden te lopen, zijn we maar een weiland eerder naar de weg gelopen.

Via wat kilometers asfalt en grind kwamen we uiteindelijk aan bij de Karamu Walkway. Een pad dat zich door een schitterend landschap slingerde: kale groene bergen/velden vol met schapen en koeien. Het duurde alleen veel langer dan verwacht. Toen we uiteindelijk uitkwamen bij een klein stroompje (wat ons doel was van vandaag), hebben we nog even getwijfeld om verder te lopen om nog dichter bij de voet van de Pirongia te komen. Maar deze locatie was zo idyllisch dat we hier wel moesten blijven.

Pirongia

Omdat we officieel niet mochten kamperen op de plek waar we hadden gekampeerd, ging de wekker iets eerder dan normaal zodat we de tent met zonsopkomst weg konden halen. Zo gezegd, zo gedaan. Na een paar kilometer grind/asfalt kwamen we een klein uur later aan bij de start van de Nikau Walkway, wat voor ons ook de start van de klim van Pirongia is. Na 2,5 kilometer kwamen we langs een picknick plek van DOC wat echt een geweldige kampeerplek had geweest (Kaniwhaniwha Campsite). Zonder te stoppen zijn we doorgelopen. Waar de Nikau Walway nog een mooi breed pad was, was de Tahuanui Track dat allerminst: een smal pad net als in alle andere bossen. Veel boomwortels, modder (doordat het al een paar dagen droog was, was de meeste modder goed te omzeilen), en veel klimmen. Maar nergens werd het echt moeilijk. Na vier uur klimmen kwamen we aan op de top, waar een uitkijkplatform staat. 360 graden uitzicht over de bossen/berg. Heel mooi om te zien waar we vandaan kwamen. Een kleine 30 minuten later, om ongeveer 12 uur, kwamen we aan bij de Pahautea Hut. Na eerst wat geluncht te hebben, hebben we heel lang getwijfeld of we niet vandaag ook de afdaling zouden doen. Toen het twijfelen iets te lang duurde, hebben we ons maar teruggetrokken in de hut. Toen het daar echter wat druk werd, hebben we besloten om de tent maar op te zetten. Een stuk beter voor de nachtrust.

En weer naar beneden

Opnieuw liep de wekker vroeg af. Het doel was de berg zo snel mogelijk af te dalen om daarna nog zoveel mogelijk kilometers te maken. Iets na 6 uur begonnen we aan de afdaling. Nouja: het eerste stuk loopt omlaag/-hoog via een vlonderpad naar het uitzichtpunt op de Hihikiwi Summit. Helaas was het erg bewolkt en was er niet zo veel uitzicht. Dus afdalen maar. Nouja, afdalen. De route volgt een bergkam, waarbij er dus nogal wat klimmetjes gemaakt moesten worden. Een waarbij er zelfs kabels hingen zo steil was het. Het pad naar ‘beneden’ was ook nog eens een stuk modderiger dan naar boven. Doordat de modder redelijk droog was, was het ook nu goed mogelijk om om de meeste modder heen te lopen. Na 3,5 uur dalen/klimmen/dalen liepen we in een keer het bos uit en stonden we weer op een grindweg.

Na 17,5 kilometer grind/asfalt/grind lag er weer een stukje bos op ons te wachten. Dit keer zonder te hoeven klimmen/dalen. Niet een heel lastig bos dus, ware het niet dat het op een aantal plekken behoorlijk modderig was. Na ons water bijgevuld te hebben, zijn we op zoek gegaan naar een geschikte slaapplek. We hadden gehoopt net na het bos een geschikte kampeerplek te vinden. Na het bos bleken we echter tussen de weilanden te lopen, wat dus niet echt een geweldige plek is om te kamperen. Toen we na een paar kilometer op onze telefoon zaten te kijken waar we heen zouden gaan, kwam er toevallig een lokale boer langsrijden. Hij zei dat het geen probleem was als we onze tent op de airstrip zouden zetten. Dat was mooi, want daar was ons oog ook al opgevallen. Moesten we alleen nog wel 1,5 kilometer weiland voor doorkruisen. En dat klinkt makkelijker dan gedacht: de weilanden hier zijn behoorlijk steil, dus na een paar klimmen/afdalingen kwamen we aan bij de airstrip. Op de airstrip zelf waaide het behoorlijk, maar er net achter zaten we heerlijk in de luwte.

Helaas: regen 🙁

Vanaf de airstrip (die zich boven op een heuvel bevond) hadden we goed zicht op een enorme onweersbui die zich niet ver van ons aan het ontwikkelen was. Erg mooi om te zien hoe de hele vallei onder ons op een gegeven moment gegeseld werd door de regen. Gelukkig werd ons plekje gespaard. Nouja, van de meeste regen dan. Net toen we wilden gaan slapen, begon het toch nog wat te spetteren.

De volgende ochtend was het, waarschijnlijk door de vele regen van de avond ervoor, erg mistig. Althans, dat dachten we. Het bleek dat we ons gewoon in de wolken bevonden. Toen het pad iets afgedaald was, bleek het namelijk hard te regenen. En aan de sporen te zien, had het de hele nacht goed hard geregend. De Waitomo Walkway was op sommige plekken veranderd in een glibberige, modderige glijbaan naar beneden en op andere plekken in een ondergelopen bospad. De 15 kilometers die ons van Waitomo scheidde, duurde dus opeens wat langer dan gedacht. Gelukkig waren we nog steeds met lunchtijd in Waitomo. Hoewel de dag nog langs is/was, hebben we besloten om in Waitomo te blijven, zodat we later op de dag de wereldberoemde Waitomo Caves kunnen bezoeken. Voor degenen die dit niets zegt: grotten vol met gloeiwormen. Dat was erg mooi/bijzonder om te zien. Oh, en ze komen alleen in Nieuw-Zeeland en delen van Australië voor, dus jullie hoeven niet gelijk naar de mergelgrotten te trekken. Helaas mochten we er alleen geen foto’s maken.

Gepubliceerd op woensdag 29 november 2017.

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *