Op fietsvakantie in Slovenië?

Slovenië is misschien niet het eerste land waar je aan denkt bij een fietsvakantie. Onterecht! De natuur is er prachtig en de wegen zijn er prima geschikt om te fietsen. Daarom vertellen we je graag meer over onze fietsvakantie in Slovenië.

Vanuit Nederland reizen we per trein naar Wenen. Vanaf Wenen volgen we de EuroVelo 9 naar Ljubljana. In Oostenrijk is de EuroVelo 9 uitstekend gemarkeerd: op iedere kruising staat een bordje welke richting je op moet. Na ongeveer een week in Oostenrijk gefietst te hebben, komen we aan bij Spielfeld. Een vrij onbekend plaatsje dat niet zo gek lang geleden wereldnieuws was. Nadat Hongarije een muur had gebouwd om zo de belangrijkste Balkanmigratieroute te blokkeren kwamen er opeens honderden (zo niet duizenden) migranten via Slovenië naar Oostenrijk. Spielfeld werd daarom omgetoverd tot een zone met containers en dranghekken om de grote toestroom aan migranten in goede banen te leiden.

Op het moment dat we Spielfeld inrijden, weten we nog niet of wij hier de grens tussen Oostenrijk en Slovenië wel kunnen passeren. Op internet hebben we namelijk gelezen dat een aantal wegen nog steeds volledig afgesloten zou zijn. Maar als we net ten zuiden van Spielfeld de grens tussen Oostenrijk en Slovenië passeren, zien we helemaals niets van de migrantenroute, laat staan van enige extra veiligheidsmaatregelen. Zelfs de containers en dranghekken waar de Nederlandse media veelvuldig over berichtten, zijn in geen velden of wegen te bekennen. Zonder enige controle fietsen we Slovenië in.

Direct na het passeren van de grens, komen we op een drukke weg te fietsen. Er ligt gelukkig een fietsstrook, maar heel lekker fietst het niet. Na een paar kilometer buigt de route rechtsaf en volgt deze rustige landweggetjes tot in Maribor. In Maribor staat onze tent net als onze buren arriveren: een gezin met drie kleine kinderen, waarvan de jongste waarschijnlijk nog doorgaat als baby. Niet heel bijzonder zou je zeggen, maar ook dit gezin is op de fiets. Dus zelfs voor families is Slovenië een prima fietsbestemming.

Vanuit Maribor fietsen we kilometers lang door de landerijen. Rustige weggetjes, maar door het hoge mais maar weinig uitzicht. Gelukkig verandert dat als we van Slovenska Bistrica naar Celje fietsen. We volgen niet de snelweg, maar fietsen een stuk westelijker. We rijden door een groene vallei zoals je je een Alpenvallei voorstelt. Wielrenners komen ons tegemoet en steken bemoedigend hun duim op. Wij denken dat dit gewoon een groet is, maar komen er al snel achter dat het waarschijnlijk echt een bemoedigend teken is: op de gps zien we een weg behoorlijk kronkelen. Meestal betekent dit een bergpad. Als we dan ook nog eens verkeersborden passeren die aangeven dat we een steile klim krijgen (richting Rogla), weten we het zeker. Toch valt het mee: net voordat de klim begint, slaan wij linksaf en rijden door een smalle kloof met aan weerszijde steile rotswanden. Langzaam opent de kloof zich en rijden we door een fantastische Alpenweide.

Celje is een niet echt noemenswaardige stad, die wij dan ook weer snel achter ons laten. We volgen de Savinja rivier zuidwaarts. Stroomafwaarts, dus we kunnen lekker doortrappen denken we. Opnieuw verrast de route ons hier: hoewel we nog steeds de rivier volgen, gaat de weg flink op-en-neer. We krijgen korte maar (hele) pittige klimmetjes voor de kiezen.

Bij Rimske Toplice slaan we rechtsaf en laten we de rivier achter ons. We fietsen niet langer in zuidelijke richting, maar in westelijke richting. Richting Ljubljana. Tussen ons en Ljubljana ligt echter nog een bergketen die we over moeten. De lokale fietsroute die we volgen stuurt ons opnieuw over schitterende weggetjes, tot we voor ons de weg zien stijgen. In het lichtste verzet moeten we op de pedalen staan om vooruit te komen, maar zelfs dat lukt niet. Een stijgingspercentage van 23 procent is gewoon te steil.
De geplande EuroVelo route die we op de gps hebben staan, wil ons over nog meer van dit soort weggetjes sturen. Wij vinden het welletjes en besluiten de drukkere weg te pakken die hier vlak naast ligt. Ondanks dat we de weg delen met auto’s, is deze weg een verademing: hij klimt nog steeds, maar we kunnen tenminste lekker doorfietsen. Eenmaal over het hoogste punt, vliegen de kilometers weer voorbij als we een lange afdaling krijgen. Zo fietsen we over redelijk vlak terrein door tot in Ljubljana.

In Ljubljana is goed te fietsen. Er zijn fietspaden en meestal ook speciale stoplichten voor fietsers. Vanuit Ljubljana fietsen we in noordelijke richting via Kranj naar Bled. Bled delen we met heel veel toeristen. Om het dorpje in te komen, staat er een lange file. Gelukkig zijn wij op de fiets en kunnen we langs de file rijden. Als er tenminste een fietspad ligt. Om onverklaarbare reden begint en stopt het fietspad namelijk abrubt, waardoor wij soms tussen de stilstaande auto’s door moeten zigzaggen. We hebben daardoor geen oog voor het helder blauwe meer dat langzaam voor ons opdoemt, tot we zo’n beetje het meer in rijden en de drukte van het verkeer van Bled achter ons laten.
De drukte van het verkeer hebben we dan misschien wel achter ons gelaten, bij het Meer van Bled is het een drukte van belang met mensen. Door de drukte komt er van fietsen niets meer terecht en wij lopen met de fiets aan de hand naar Camping Bled.

Vanaf Bled zijn we in ongeveer anderhalf uur naar het Meer van Bohinj gefietst. Bijna net zo mooi, maar een stuk rustiger dan het Meer van Bled.

Hier hebben we de fietsen geparkeerd bij een café en zijn met de kabelbaan naar het Vogel skigebied gegaan. Met ons vele anderen. Vogel is namelijk niet alleen een skigebied, ook een waar wandelparadijs. Met uitzicht op onder andere Triglav, de hoogste berg van Slovenië, voor ons echter vooral een leuk uitstapje van het fietsen.

Vanaf het Meer van Bohinj (vanaf Bohinjska Bistrica) hebben we de keuze: we gaan via de bergpas naar Podbrdo of we pakken de (auto)trein. Omdat de temperatuur ergens tussen de 35 en 40 graden Celsius schommelt, is de keuze snel gemaakt: we pakken de autotrein die tussen Bohinjska Bistrica en Most na Soči pendelt. Wij zijn de enige passagiers zonder auto en hebben een volledig treinstel voor onszelf. Zodra de trein vertrekt, rijden we de ruim 6 kilometer lange tunnel tussen Bohinjska Bistrica en Podbrdo in. Tien minuten lang zien we niets. Aan lichten doen ze namelijk niet in de trein. Gelukkig schijnt aan het einde van de tunnel nog wel licht. In Podbrdo zijn wij de enige passagiers die de trein verlaten. We hadden kunnen blijven zitten, maar wilden graag weer fietsen. En hoe lekker was dat: de afdaling van Podbrdo naar Most na Soči was genieten.

Vanuit Most na Soči was het nog maar een klein stukje naar Tolmin, waar een bezoek aan de Tolmin Kloof niet mocht ontbreken. ’s Ochtends vroeg hebben we daarom de 2,5 kilometer die de kloof van Tolmin scheidt gefietst en hebben zo’n anderhalf uur rondgelopen tussen de verticale rotswanden van de Tolminka en de Zadlaščice rivier. Vervolgens zijn we van Tolmin naar Kobarid gefietst, niet via de drukke weg maar via rustige landweggetjes door een glooiend landschap langs de Soča rivier.

Van Kobarid naar Bovec hebben we braaf onze gps gevolgd. De route die we vooraf hadden uitgezet, hebben we aan de hand van reisverslagen van andere fietsers bepaald. Waar dit is misgegaan is, weten we niet, maar we komen uit op een zwaar mountainbikepad. Nu kunnen onze fietsen wel tegen een stootje, alleen fietst het niet heel lekker als je over stenen van zo’n 30 centimeter in doorsnee moet zien te komen als er ook nog tassen aan je voor- en achterwiel hangen. Op een gegeven moment kwam ons een groep mountainbikers tegemoet die zonder bagage zelfs met de fiets op hun schouder liepen. Kortom: dat was even afzien dus!

Na heel wat liters zweet te zijn verloren in die paar kilometer, kwamen we gelukkig voor het donker aan in Bovec. Een gemoedelijk dorpje. De volgende dag zijn we richting de Vršič-pas gefietst. Ons plan was om de pas nog niet over te gaan, maar zo dicht mogelijk bij de voet van de klim te overnachten. Alle campings zaten echter overvol en zelfs voor fietsers hadden ze geen plek meer. Er zat niets anders op dan terug te keren of de pas over. Omdat we geen zin hadden om weer terug naar Bovec te fietsen, zijn we de Vršič-pas maar over gegaan. Met de versnelling in het lichtste verzet kunnen we rustig blijven doortrappen. De pas is steil, maar nergens echt moeilijk. In totaal heeft de Vršič-pas 50 haarspeldbochten: 26 aan de zuidzijde end 24 aan de noordelijke zijde. We kunnen dus aftellen en met iedere bocht weten we dat we dichter bij de top komen. Eenmaal op de top hebben we een geweldig uitzicht op de bergen om ons heen.

De afdaling was zoals gebruikelijk bij een bergpas weer veel te snel voorbij. Hoewel, de haarspeldbochten aan de noordelijke kant van de Vršič-pas bestaan uit kasseien en dus valt er niet echt snelheid te maken in de afdaling. Jammer!

Vanaf Kransjka Gora zijn we via de Wurzenpas Oostenrijk weer ingefietst, een pas waarvan we blij waren dat we ‘m in noordelijke richting fietsen. Met een dalingspercentage van 18% hadden wij de vaart er lekker in. In Oostenrijk zijn we vervolgens via de Alpe Adria Radweg naar Salzburg gefietst.

In totaal hebben we 468 kilometer in Slovenië gefietst, waarbij we een aantal dagen weinig of niet hebben gefietst. Zo hebben we uiteindelijk twee weken in Slovenië doorgebracht en dat is ons uitstekend bevallen.

Gepubliceerd op dinsdag 26 maart 2019.

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *