Milford Sound

Al voordat we aan de Te Araroa begonnen, hadden we een paar locaties in Nieuw-Zeeland gezien waar de route van de Te Araroa niet langs komt maar waar we wel graag naar toe willen. Milford Sound was zo’n locatie: een groot fjord dat door sommigen ook wel wordt aangeduid als het 8ste wereldwonder. In principe hadden we gepland om Milford Sound na de Te Araroa te bezoeken, of op zijn vroegst vanuit Te Anau. Maar nu we toch nog een paar uiltjes te knappen hadden in Queenstown, dachten we dat we Milford Sound beter nu konden bezoeken. Dan doen we tenminste nog iets met onze tijd in Queenstown. En aangezien het voor de prijs niet uitmaakt of je vanuit Queenstown of Te Anau gaat, kwam dat helemaal goed uit. Je zit alleen wat langer in de bus, ideaal voor een been wat moet rusten.

Zondagochtend om 9:00 uur was het zover en kwam de bus van Go Orange (tja, als Nederlander moet je wel voor een organisatie met zo’n naam kiezen) voorrijden. Een grote bus voor maar een paar mensen. Zeeën van ruimte dus. Het eerste deel van de route was niet heel boeiend; de chauffeur adviseerde dan ook dat als je nog wat wilde slapen je dat beter nu kon doen. Door de bochtige weg langs Lake Wakatipu kwam er van slapen echter niet veel terecht. Wel hebben we van de uitzichten genoten, ook al was dit het nog niet zo boeiende stuk. Na ruim twee uur rijden kwamen we in Te Anau aan, waar we een half uur pauze hadden. Wij zijn even naar de lokale buitensportwinkel gelopen en hebben een kopje koffie/chocolademelk gedronken.

De route vanaf Te Anau is een stuk interessanter: de weg naar Milford Sound (die tijdens de crisis in de jaren ’30 is aangelegd) slingerd door de bergen en over de Divide (de scheiding tussen de oostelijke en de westelijke kant van de Alpen). Onderweg stopt de bus een aantal keer. De eerste stop was bij Eglinton Flats, een enorme open vlakte die ontstaan is door een gletsjer. Volgende halte: Mirror Lake, wat zoals de naam al aangeeft, bij goed weer een uitzonderlijk goede weerspiegeling van de bergen geeft. Ook leuk dat het D.O.C. bordje van Mirror Lake op zijn kop staat zodat je het alleen via de weerspiegeling goed ziet. Na weer een kort stukje bussen kwamen we langs Knob Flats (vooral een sanitaire stop) om een klein stukje verder te stoppen bij Monkey Creek. Een -voor ons- niet heel noemenswaardig bergstroompje dat door bepaalde bevolkingsgroepen vooral werd gebruikt om hun drinkflessen in bij te vullen aangezien het gerucht gaat dat het water van Monkey Creek je de eeuwige jeugd geeft. Nog weer iets verder op de weg kwamen we aan bij de Homer Tunnel. Het paradepaardje van de Milford Road: een 1.200 meter lange tunnel die tijdens de crisis is uitgehakt in de bergen. In het begin slechts door 5 mensen. Midden in de tunnel passeer je overigens ook een actieve breuklijn, wat goed te zien is door al het water dat daar door scheuren uit de muur en het plafond van de tunnel gutst. De laatste stop op weg naar Milford Sound was The Chasm. Een door het water bijzonder fraai gevormde rotspartij. Maar door de drukte vonden wij dit de minste bezienswaardigheid van allemaal. Op de brug boven de waterval liepen iedereen te duwen en te trekken om maar een zicht te krijgen op de rotsen. Wij zijn daarom snel terug gelopen naar de bus, waar het gelukkig een stuk rustiger was.

Na ruim vijf uur in de bus gezeten te hebben, kwamen we rond 14:45 uur aan in Milford Sound, waar we om 15:00 uur aan onze twee uur durende cruise begonnen over de Sound (overigens is deze naam niet correct: een sound is een door een rivier ontstane baai, terwijl Milford Sound ontstaan is door een gletsjer en dus eigenlijk een fjord is). Net als de bus, was het aan boord van de Go Orange boot niet druk. We hadden volop ruimte om ons over de drie dekken van de boot te bewegen en een leuke bijkomstigheid was dat we een ‘gratis’ carrot cake kregen. Op het water vertelde de kapitein het één en ander over de omgeving en voeren we in twee uur langs de 1.500 meter hoge bergen langs het fjord. Doordat we geluk hadden met het weer (zonnig met wat wolken boven land, donkere luchten boven zee), was het genieten op het achterdek van de boot. Maar als je even voor op ging staan, werd je bijna van de boot geblazen (blijkbaar waaide het wel). Na een blik op de Tasmanzee gekregen te hebben, voer de boot langs de noordelijke oever van het fjord terug. Hoogtepunt was hierbij de 155 meter hoge Stirling Falls. Na een paar andere boten voor te laten gaan, navigeerde de kapitein van onze boot de boot tot nagenoeg onder de waterval. Erg mooi, maar ook een beetje nat. Niet veel later kwam de kapitein naar buiten gestormd met de mededeling dat hij een haai zag, niemand anders die iets gezien heeft, maar er was dus een haai te zien…

Na twee uur precies kwamen we weer aan in Milford, waar onze bus alweer op ons stond te wachten. Dit keer waren er geen stops onderweg behalve een korte sanitaire stop in Te Anau. Om kwart over negen kwamen we weer aan in Queenstown. Oftewel ruim 12 uur later. Een lange dag dus met heel veel tijd in de bus, maar het was het waard. Milford Sound is zeker iets wat je gezien moet hebben. Maar om het nou een 8ste wereldwonder te noemen gaat ons toch net iets te ver.

Gepubliceerd op maandag 12 maart 2018.

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *