Icefields Parkway – Dag 1

Highway 93, oftewel de Icefields Parkway, wordt één van de mooiste wegen van Noord-Amerika genoemd: de 230 kilometer lange snelweg loopt van Jasper naar Banff, precies langs de Continental Divide (water aan de ene kant van de berg stroomt naar het oosten, aan de andere kant van de berg naar het westen). En precies deze bergen zorgen voor het nodige natuurschoon: watervallen, gletsjers en bijzonder gekleurde gletsjermeren.

Hoewel je de Icefields Parkway ook per openbaar vervoer kunt afleggen (met Brewster kun je zelfs op- en uitstappen bij de verschillende haltes onderweg). Toch is het veel makkelijker om met eigen vervoer te gaan. Sommige mensen kiezen er voor om de Icefields Parkway twee keer te rijden: één dag van Jasper naar Banff en één dag van Banff naar Jasper. Vast staat in ieder geval dat één dag zeker te kort is om al het moois langs de Icefields Parkway te bekijken. Daarom hebben ook wij de Icefields Parkway in twee dagen gereden. Alleen dan wel twee dagen in zuidelijke richting: dus de eerste dag van Jasper naar de Athabasca Gletsjer en de tweede dag naar Banff.

Onze eerste dag begon op een camping net ten zuiden van Jasper. Vanaf daar zijn we eerst naar de Athabasca Falls gereden. Ondanks het vroege tijdstip, waren er toch al veel mensen: niet gek als er net een buslading Japanners is uitgestapt. Het was daarom even dringen om een goed plekje te krijgen om de 24 meter hoge waterval goed op de foto te krijgen.

Na zo’n 23 kilometer was de volgende stop de Sunwapta Falls. Langs de weg richting de waterval liep opeens een zwarte beer! Onze tweede van deze reis, en dit keer waren we helemaal alleen. Bijna een kwartier lang hebben we de beer kunnen aanschouwen terwijl deze van zijn (haar?) ontbijt zat te smullen.

Hoewel de beer daarbij langzaam in de richting van de Sunwapte Falls liep, zijn we daar toch ook maar de camper uitgegaan. De upper falls zijn makkelijk te bereiken, de lower falls liggen iets verder weg. Onderweg heb je wel goed zicht op de canyon waar het water zich doorheen perst.

Na ook hier de nodige foto’s gemaakt te hebben, zijn we weer terug gelopen naar de camper. Weliswaar voorzichtig, aangezien we zomaar een beer tegen zouden kunnen komen (wat niet het geval was).

Een stukje verder naar het zuiden bereikten we het hoogtepunt van de Icefields Parkway: de Athabasca Gletsjer.

Aldaar heb je verschillende manieren om de gletsjer te bewonderen: te voet (vonden we te lang duren) of per bus (te toeristisch). Wij besloten daarom om eerst naar de voet van de gletsjer te rijden.

Daarna hebben we de tegenover de Athabasca Gletsjer liggende berg beklommen.

Hier is het een stuk minder druk dan op de gletsjer zelf, maar omdat je iets verder van de gletsjer af staat, heb je wel een beter zicht op de grootte van de gletsjer. Zo heeft iedere activiteit zo zijn voordelen. Maar dat een stop bij de Athabasca Glacier een must is moge duidelijk zijn.

Na een wandeltochtje van drie uur gemaakt te hebben, hebben we ons geïnstalleerd op de Wilcox Creek Campground. Een first-come, first-serve camping, met behalve een compost toilet geen enkele voorziening. En die voorzieningen misten we absoluut niet. Het uitzicht maakte alles goed, want hoe gaaf is het als je vanuit je camper verschillende gletsjers kunt zien?

Gepubliceerd op zaterdag 20 september 2014.

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *